Mensen die niet kunnen spellen zijn “klunzen”, “taalhooligans” en “cultuurverkrachters”. Het zijn afgedaalden op de evolutieladder en eencellige weekdieren.
Hemeltergend als (of moet ik “als” vervangen door “wanneer”, geachte taalnazi?) iemand weer eens een d-tje of een t-tje schrijft in de fucking onvoltooid verleden tijd, of is dit onvoltooid tegenwoordige tijd? Is het vraagteken dat (of is het die?) ik achter de laatste zin plaatste wel correct, gezien het feit dat het eerste deel van mijn zin een opmerking is en het laatste deel een vraag.
Hoe werkt de psyche van de “taalnazi”?
Zelf denk ik dat de taalnazi uitsluitend denkt in de “onvoltooid verwerkte tijd”. Iets tijdens de adolescentie heeft de taalnazi er toe gebracht te verworden tot taalnazibeul. Het taalnazisme is rechtstreeks te herleiden naar pestgedrag tijdens de jeugd volgens een bevriende psycholoog. In de laatste zin zou ik een komma moeten plaatsen na het woord jeugd, lieve taalnazi’s , maar denk hem er maar even bij. Ook ik maak fouten. Veel zelfs, maar in deze is dit bewust gedaan om u te agiteren.
Laatst vroeg een taalnazi mij het woord concentieus te spellen, in de kroeg. Blijkt dit toch “consciëntieus ” te zijn. En dan vroeg deze taalgestapist (geen idee of dit woord bestaat, maar fuck it) op welke “e” de puntjes moesten. Ook ik spelde het fout. Godverdomme weer de regels van dat “fuckschaap” niet gevolgd.
Dat is dat woord waar wij op de lagere school zo om moesten lachen. Een fokschaap, hoe verzin je het. Maar aangezien taalnazi’s geen enkele associatie wensen met agrarische mensen, noemen zij dit liever ‘t kofschip”. Je zal maar voor “boer” worden versleten, want dat staat synoniem voor taalfouten en accentjes. Maar het dan wél een ezelsbruggetje noemen.
Voor de juf op de lagere school was er geen beginnen aan. Probeer mij die onzin maar eens te leren. Ik had al snel door dat al die taalregels verzonnen zijn door taalnazisten die zich graag onderscheiden van de rest. Bedenk iets heel moeilijks, zodat ik afsteek bij het plebs. De Duitser is hier ook enig in met al die naamvallen, niet te verwarren met aanvallen.
Na een half jaar regels stampen gaf mijn juf het op. Toen ik haar voorstelde om alles in de even weken met een “d” te spellen en in de oneven weken met een “t”, had zij hier vrede mee. En na mijn opmerking dat het gewoon hetzelfde klinkt schoot zij in de lach.
Taalnazi’s zijn dus gewoon nare narcistische pestkoppen, die er genoegen in hebben anderen voor schut te zetten. Ontstaan tijdens de onvoltooid verwerkte tijd, tijdens hun kinderjaren. Taalfouten hebben niets te maken met intelligentie.
Of juist wel. Een verkeerde “d”, “t” of “dt” is juist inzicht hebben in de menselijke psyche. Dat je niet meedoet aan deze pesterij. Dat je géén obsessief houvast nodig hebt aan puriteinse spelregels. Ik ken veel geniale mensen die niet kunnen spellen. En dat maakt hen geniaal.
U zult zich vast ergeren aan een taal, stijl of grammaticafoutje in mijn betoog. Dan denk ik aan het woord “fuckschaap”. Maar, wees nu eerlijk, taalvaardigheid bestaat niet zonder af te wijken van de regels. En dat maakt taal juist zo frivool.
Disclaimer: Nu zijn er ongetwijfeld taalnazi’s die mijn vereenvoudigde analyse zullen verwerpen. Taalnazi’s verwerpen sowieso iedere vorm van taal die afwijkt van de in hun hoofd gestampte regels. Voor een taalnazi is het dagelijks ontstaan van nieuwe woorden bijvoorbeeld een crime. Het woord staat niet in De Van Dale dus basta. Edoch, mijn betoog heeft een degelijke wetenschappelijke onderbouwing. Een columnist doet nu eenmaal zijn huiswerk, zeker als hij het over taalnazi’s heeft. Dus, dames en heren “fuckschapen”: taalnazi’s hebben een moeilijk karakter en Professor Julie Boland gaat zelfs een stapje verder in haar onderzoek.
How to give the Perfect Reply to a Grammar Nazi?
Hilarisch ???
En nee, ik voel mij geenszins beledigd ?.
Taalnazis zijn leuk. De truuk is om het allemaal niet persoonlijk te nemen. Zie ze als automatische grammatica checkers. Ik word ook niet boos op Word, als er weer eens een groen streepje ergens onder staat.