Ik wil een langlopende relatie met Anneke van Vliet. ‘Anneke van Vliet’: dat klinkt zo fris, zo fruitig, zo opgeruimd ende monter. Zo vol Hollandsche levensvreugd. Ik denk dat ik het net ga afstruinen, op zoek naar Annekes van Vliet die voor mij de perfecte match zouden kunnen zijn.
Wat is er mooier dan een Anneke van Vliet te huwen? Wat is er fijner dan met een Anneke van Vliet te slapen? Wat is er hoopvoller dan een Anneke van Vliet te bezwangeren…? Annekes van Vliet zijn cool!
Surfend door de wondere wereld die digitale vooruitgang heet, merk ik dat het in Holland warempel stikt van de Annekes van Vliet, de een nog kwieker dan de ander. Mevrouwen en mejuffrouwen Van Vliet in schier alle leeftijdscategorieën, met de meest uiteenlopende haarkleuren en haardrachten. Hele dikke Annekes, maar ook zo dun als soepstengels. Annekes die ooit een bepaalde opleiding genoten, en meiden die klaarblijkelijk minder genoten van hun educatie, schoonmaakster of kassameisje als ze nu zijn.
Ik bezit een megagroot hart: ik houd van hen allen! Doet u bij het krieken der dag alstublieft álle Annekes in mijn eierdopje, overstrooid met zout: jammie jammie!
Gek ben ik evenwel niet. Wel prettig gestoord, niet van Lotje getikt. Wel van Anneke, overigens… Feit is, alle Annekes te beminnen is geenszins reëel. Derhalve ga ik voor de mooiste, de leukste, de gulhartigste Anneke die het net mij biedt.
Het blijkt Anneke van Vliet uit Jipsingbourtange. Een gezonde, Hollandse meid van drieëntwintig jaar, met schattige kuiltjes in, en een gezonde, rode blos op haar jongedameswangetjes. Hoogblond daarenboven. Ze studeert communicatie in Grunningen, altijd handig voor later, in (onverhoopt) geval van een relatiecrisis, wanneer er een hoop te communiceren valt. Daarnaast hockeyt ze, heeft ze een konijn, een best girlfriend (Jansje Opperbest) en een voorliefde voor de geur van lavendel. Kort en goed: een klassemeid!
Ik wil haar. Ik wil deze Anneke van Vliet, zoals ik nog nooit een Anneke van Vliet (of andere juffrouw) wilde, in mijn bestaan, toch rijkelijk gevuld met romantische en seksuele verlangens. Oh Anneke, Anneke, gij zijt de bloem des levens! Uw stamper de kern mijner existentie!
Morgen stuur ik haar een berichtje. Ze zit op een sociaal netwerk waar ik toevalligerwijze ook zo nu en dan verwijl. (De grote baas van ‘t onderhavige netwerk luistert naar de naam Martijn Suikerberg.) Ik zal haar aanspreken in de rol van professioneel fotograaf (in werkelijkheid fotografeer ik slechts hobbymatig), die uitgerekend in háár poezelige gelaat, de nieuwste mondiale modellensensatie heeft herkend: daar zwichten álle meisjes en jonge vrouwen van onder de vijfentwintig voor, geketend als ze vrijwel allen zitten, aan uiterlijkheidsonzekerheid.
En dan maar hopen dat van het een, het ander komt. Dat ik op een sterrenrijke avond, nu nog verborgen in de onzekere mist der verre toekomst, tijdens een exclusief partijtje met dames in de chicste naadkousen en heren met de slapste lulverhalen, haar als volgt kan voorstellen:
‘Dames, heren, dit is Anneke, geboren Van Vliet: mijn gemalin’.
Ondergetekende fier glunderend in haar slagschaduw.