Ik ga een dagje naar Stockholm, woensdag. Acht uur ’s ochtends vlieg ik heen en minder dan 24 uur later ga ik weer terug. Een bizarre trip, die ik niet aan zag komen. Zeker niet begin juli 2016, toen Ajax als voorbereiding op het seizoen tegen de amateurs van AFC speelde.
Het was een mooie avond, dat zeker. Lekker weer. Een heuse fanfare in de rust. Uitstekende catering. Laat dat maar aan Zuidasclub AFC over. Ajax was alleen niet om aan te zien. Het werd nog 2-2. De amateurs hadden ook kunnen winnen.
De sfeer werd goed neergezet door een man en zijn dochter, schuin achter me. Hij had een AFC-shirt aan en zei ironische dingen als “daar had voor AFC meer ingezeten.” Als volwassene begreep hij de absurditeit van de verhoudingen op het veld. Zijn dochter was nog net niet oud genoeg om dit aan te voelen en schaamde zich klassiek kapot voor haar vader. “Pa-àp! Het is wel Ajax hoor.”
Trom
Dat Ajax dit seizoen zou afsluiten met een Europese finale, kon niemand bedenken. Zelfs niet het toefje F-side achter een van de goals, die zomeravond. Ze hadden een grote trom bij zich, die slechts driemaal werd gebruikt. Elke keer één slag, meer niet. Bij de twee goals en bij een bal op de lat. Meer geluid kwam er niet uit die hoek. We zijn er wel, maar verwacht geen duidelijke onvoorwaardelijke steun. Laat eerst maar eens iets zien. Zoiets was de boodschap van het plukje harde kern.
Het was het begin van Peter Bosz bij de club. In die dagen werd zijn Feyenoord-verleden veel benadrukt, maar ook zijn aanvallende visie. Geen Ajacied was de overtuigende winst van Vitesse in de beker tegen Ajax ontgaan. Bosz was de laatste jaren zo’n beetje de enige Nederlandse trainer die in de Arena van Ajax wist te winnen. Met mooi, aanvallend voetbal nog wel. De man had heus wel wat krediet, maar aan de Zuidas was de vraag hoe lang dat nog zou duren.
Lang dus, naar nu blijkt.
Ik ben in jaren niet met zoveel plezier naar de Johan Cruijff Arena gefietst als in dit seizoen. Alle respect voor De Boer, maar er waren seizoenen dat alleen mijn supportershart me op gang kreeg. Als het me puur om het voetbal was te doen, was ik vaak thuisgebleven. Met een deken over m’n kop.
Stockholm
Die gasten op het veld leken er ook echt weer lol in te krijgen. Bosz had na AFC nog punten verspeeld tegen Willem II en Roda, die zomer, thuis nog wel. De Champions League is toen ook nog eens niet gehaald. Maar na flink wat sleutelwerk kreeg hij een leuke, jonge ploeg aan de praat. Younes, Sanchez, Traoré, Onana, Dolberg. Ik kan ze eigenlijk allemaal wel opnoemen. Jonge enthousiaste lammetjes die ook weten hoe de kop erbij te houden.
Als toetje deze woensdag naar Stockholm dus. Ik zal ook daar nog even aan dat avondje Zuidas denken. Wat een geweldig seizoen. Bizar.