“Pap, slaap je al?”
“Nee, nu niet meer.”
Het is al half 12 geweest als ik de telefoon opneem. Mijn zoon, die om díé tijd belt? Dat kan alleen maar vanwege een catastrofale ramp zijn.
“Wat is er aan de hand, knul? Waarom bel je mij om deze tijd? Moet jij niet al lang en breed slapen? Vertel, wat is het?”
“Nou, eh, het is nogal lastig om te vertellen…” mompelt hij.
“Waar is mama dan? Kun je het niet met haar bespreken?”
De kinderen zijn deze week weer bij mijn ex. En ik snap er nog steeds geen bal van waarom hij mij uit (in) bed belt. Hoewel ik wel vereerd ben, dát hij me belt, want spontaan eens bellen voor de leuk, dat doen mijn kinderen niet. Nooit. En nu ineens twee keer achter elkaar! Wat een weelde.
“Mama is uit. Met Manuel. Die komt voorlopig niet thuis. En ik kan het haar sowieso niet vertellen, want dan flipt ze, dat weet ik zéker,” brompiept Nick met zijn schattige half overslaande puberstem.
“Heb je een vette onvoldoende voor Engels? Is dat het?”
“Nee, ik had een 5,5 voor Engels, dus dat is vet in orde. Het is iets anders. Ik weet niet hoe ik het moet zeggen. Maar goed, here we go. Ik denk dat ik het vriendinnetje van het zusje van Marnix zwanger heb gemaakt.”
Boink.
“Eh…zoon… dat moet je toch écht iets duidelijker uitleggen. Wát heb jij gedaan?”
“Nou, het zit zo. Ik heb de laatste tijd nogal eens last van – hoe noem je dat – spontane, ongewilde zaadlozingen. Ja. Dat. En dat had ik vanmiddag dus ook…”
“Ow, joh, da’s hartstikke normaal op veertienjarige leeftijd. Dat heb je binnenkort gegarandeerd helemaal onder controle. Dan kun je iedere zaadlozing perfect handmatig sturen, neem dat maar van mij aan. Maar wat nou zwanger en zo?”
“Ja, laat me dan ook uitpraten, pa. Vanmiddag was ik bij Marnix. We hebben in hun zwembad in de tuin gezwommen. Dat ronde staalding. Marnix’ zusje was al aan ‘t afdrogen, maar haar vriendin Aimée, die is 15 of zo, en Marnix en ikke zaten er nog in. En toen ineens, floep, was er weer eentje. Ik schaamde me kapot en heb maar wat wild in het rond gedraaid en gesparteld om de boel in het water te verspreiden, zodat niemand het zou zien. Maar toen bedacht ik me dat dat heel stom was, want al dat rondzwemmend sperma… Over Marnix maakte ik me niet zoveel zorgen, maar zo konden ze natuurlijk óók bij Aimée komen. En nu denk ik de hele tijd dat ze misschien zwanger is. Van mij. Wat moet ik nu doen, pap? Ik wil nog geen vader worden…”
Ik moet mijn uiterste best doen om niet in gierend gebulder uit te barsten. Deels van opluchting, natuurlijk. Dat ook. Nu nog even ‘verstandig’ antwoorden, want Nick zit duidelijk in de piepzak.
“Bel haar morgen even op en zeg dat ze een morning-after-pil moet nemen, oké?”
“Páááp!! Doe effe normaal, ja?! Serieus??”
“Goed. Oké. Normaal. Serieus. Voor jou. Omdat je mijn zoon bent. Het is godsonmogelijk om in een zwembad zwanger te raken van rondzwemmend sperma. Ten eerste zwemt dat sperma van jou binnen luttele seconden al niet meer: het is gelijk dood door het chloor en de temperatuur van het water. Te chemisch en te koud. Ten tweede zouden jouw zwemmers zich ook nog eens door de zwembroek van hoe-heet-ze-ook-alweer moeten boren. Ten derde: zaadcellen hebben de perfecte omgeving van een vagina nodig om überhaupt ergens heen te kunnen zwemmen. Is die omgeving er niet, verstarren ze gelijk. Dus als je geen echte seks hebt gehad met dinges, waar ik sterk vanuit ga, is er niks aan de hand. Ten vierde: zie ten eerste. Gerustgesteld?”
“Ja.”
“Trusten, jongen!”
“Trusten, pap.”
fantastisch! wat een verhaal!
wel fijn dat je zoon zn verhaal durfde te doen 😉