We slenteren naar huis. Het restaurant ging sluiten, we zijn het terras afgeveegd. Ik vind je leuk, langzaam bekruipt me het vermoeden dat het best wel eens wederzijds zou kunnen zijn. Er zit een lichtje in je ogen. En kuiltjes in je wangen als je lacht. Dat lichtje zou ook best eens de straatlantaarn kunnen zijn, maar die kuiltjes zitten er echt.
Het is leuk om mensen te leren kennen, maar zo’n avond als vanavond had ik, als ik eerlijk ben, gewoon niet meer verwacht. Je hoort wel eens verhalen van vrienden die een vrouw hebben ontmoet waarbij alles gewoon goed is. Ongecompliceerd. Waarbij alles klopt. Scepticus als ik ben, dacht ik altijd dat ze overdreven. Dat iets minder dan de helft van het verhaal klopte. Vanavond bewijst me dat het wel kan. Of het nu aan mijn houding ligt, of dat je zo bent, dat weet ik nog niet.
Maar ik zie je nu. Zoals je bent. Open en mooi. De ondeugende blik in je ogen en een mond die gemaakt lijkt voor een glimlach. Je bent oprecht geïnteresseerd. Doordringend zonder op te dringen. En je broek zit zó goed om je billen. Je kijkt als ik kijk en je laat je bekijken. Het kriebelt op plekken waar ik niet kan krabben. In mijn hoofd, in mijn buik. De hele wereld kan even verrekken, want ik ben met jou.
We komen aan waar we moeten zijn. Er is een keuze te maken nu. “Kom je nog wat drinken?” vraag ik. Het is niet zo dat we nog dorst hebben. Maar om te zeggen wat ik wil, dat zou het moment doorbreken. Daarmee zou de spanning die langzaam is opgebouwd ineens weg zijn.
De spanning tussen ons stijgt. Onze lijven lijken wel magneten. We worden naar elkaar toegetrokken. De omhelzing voelt als een ontlading. Ik voel je hele lijf tegen me aan. Wat eens twee lijven waren, smelten nu als één in elkaar. We delen de warmte dwars door onze kleding heen. De koele zomerwind van de nacht maakt me nog meer bewust van je warmte. Je hoofd past precies op mijn schouder. Ik adem voorzichtig uit. Ik wil dit niet verstoren. Als ik inadem, ruik ik je haar, ik proef je parfum. Ik doe mijn hoofd naar achter. Onze ogen ontmoeten. Er ligt een verlangen in je blik. Maar ik moet het zeker weten. Dus ik vraag je: “mag ik je zoenen?”
Als het nu een keer meezit, dan ga ik dat nog heel vaak aan je vragen.
Wat een mooi stukje. Ik hoop dat ze nog heel vaak ‘ja’ zal zeggen.
He, das toevallig ik ook 🙂