Nog maar net bijgekomen van mijn eigen jubileum, moest ik met die van mijn zoon aan de gang. Sinds afgelopen zondag is mijn jongen 14 jaren oud en inmiddels een hele vent. Hij is bijna net zo groot als ik en dat is confronterend. En hij heeft ook al net zoveel eisen als ik.
Zo wilde hij zijn verjaardag dit jaar per se bij mij vieren. Met een stel vrienden van school en de communemannen. Een echte mannenverjaardag: zusje moest maar bij moeders blijven. Zusje vond dat niet erg; de vrinden van zoon vindt ze toch al niet te pruimen. Verjaardag in het mannenhuis dus. Prima, geen probleem. Maar toen kwam de volgende eis: meneer wilde een échte verjaardagstaart. Zelfgebakken, welteverstaan.
“Nou, dan bak jíj die toch lekker? Dan is ie pas écht zelfgebakken,” probeer ik nog.
“Nee, pa, zó werkt dat niet. Ik wil dat jíj hem bakt. Voor mij. Als cadeautje, voor mijn part. Ik ben namelijk heel benieuwd waar jij mee op de proppen komt.”
Daar sta je dan, voor het blok. Het taartblok. Ik kán helemaal geen taart bakken, dat weet dat jong toch ook? Ik kan niet eens koken, laat staan bakken. Maar ook een taart is een uitdaging. En uitdagingen neem ik graag aan.
Google to the rescue: een recept moet er komen. En vooral: een voorbeeld. Een Ariëlle-taart? Nee. Een kontgat-plus-penis-taart? Nee. Een oogbal-taart? Nee. Een borstentaart? Nee. Mislukte voorbeelden te over, maar niets waarvan ik denk dat het hem zou kunnen bekoren of dat ik het zou kunnen maken. Dan maar een appeltaart. Die van Heel Holland Bakt vind ik te moeilijk. Spijs? Bah. Likeur erin? Mooi niet. Zelf deeg kneden? Bekijk het.
De wanhoop nabij ren ik naar de Appie. De appeltaartmix is op. Er staat nog stroopwafelcakemix. Die is vast ook wel geschikt voor appeltaart. Pakje boter, drie appels en een pak stroopwafels erbij. Klaar is Denis. Dan valt mijn oog op een chocoladecakemix. Iets met ‘brownie’. Veel beter! Makkelijker ook. In mijn sas met de bruinwerkermix wandel ik de Appie uit. Het bakken zelf blijkt gecompliceerder. Ik heb geen taartvorm (heeft ex meegenomen), dus moet de quiche-vorm eraan geloven. Ik ben verbaasd dat ik zo’n ding heb.
Enfin. De taart blijft plat en blijkt ook nog eens behoorlijk hard en droog te zijn. Raar. Het ziet er ook niet uit. Eerst maar naar de Lidl voor de rest van de boodschappen. Daar vind ik een kant-en-klaar chocoladetaartje in de aanbieding. Dat is een omen. Ik mieter de taart in mijn karretje. Spuitbus slagroom erbij, dan valt er vast nog wel iets van te maken. Het resultaat: een slagroom-chocolade-stapeltaart (zie hiernaast).
“Heb JIJ die gemaakt?” Nick kijkt ongelovig naar mijn creatie, met kleurige kaarsjes en al.
“Ja, euh, nou: ja! Een beetje van de Appie, een beetje van de Lidl en een beetje van mij. Maar: gebakken héb ik. En gestapeld. En gespoten.”
“Best lekker. Vooral dat bovenste gedeelte. Die onderste, keiharde laag, onder al die slagroom, die mag je de volgende keer wel weglaten.”
“De volgende keer? De volgende keer bak je je taart maar mooi zelf.”
“Oké, dan ga ik wel weer bij mama vieren.”