
BRON: PIXABAY
“Je leert je vader pas op waarde schatten als je zelf vader bent.” Ik heb geen flauw idee wanneer ik deze uitspraak voor het eerst heb gehoord. Misschien ving ik de zin op toen ik nog een kleuter was, als een geluidsflard die opklonk uit een groep volwassenen tijdens een verjaardagsvisite, waarbij de aanwezigen zich verveeld afvroegen of ze eerst een slokje van hun lauwe koffie zouden nemen of toch maar een hapje van het muffe puntje slagroomtaart, dat bij voorbaat al de schuld kreeg van het feit dat er ook die dag niet aan de slanke lijn kon worden gedaan.
Het is ook mogelijk dat ik de uitspraak voor het eerst uit de mond van mijn vader heb gehoord, toen we samen ongemakkelijk naast de geopende kist met daarin het zielloze lichaam van mijn opa stonden. Ik moet een jaar of vijftien zijn geweest. Ongemakkelijk omdat mijn oom zojuist tegen mijn vader had gezegd dat hij “als kind niets aan zijn vader had gehad, maar dat het een leuke opa voor zijn kleinkinderen was geweest.”
Ik ben er echter zeker van dat ik de uitspraak “Je leert je vader pas op waarde schatten als je zelf vader bent” de eerste keer nooit begrepen kan hebben. Ik moet de uitspraak geclassificeerd hebben als een opmerking in de orde van: “In Frankrijk zijn wortels duurder dan in Duitsland.”
Wat is een vader?
Als je net op tournee bent in dit leven, is een vader voor een zoon als een roadie of een manager voor een rockartiest on the road. Hun aanwezigheid is zo vanzelfsprekend en belangrijk dat je ze pas mist als het podium in elkaar stort tijdens een optreden, of er na het concert in de poptempel van een guur gehucht geen kamer in het lokale hotel blijkt te zijn geboekt.
Dat betekent dat je geneigd bent om ze pas op te merken als er iets misgaat. Het betekent dat ze eerder op je irritatie en woede kunnen rekenen dan op je waardering en respect. Terwijl de mooiste meisjes van de dag met een verrukte blik in hun ogen om je nek hangen en alles aan je willen geven waar de gemiddelde leeftijdgenoot een moord voor zou willen doen, waar hij zeker voor veroordeeld zou worden, is de manager druk aan het onderhandelen over een zakendeal waar vooral jij beter van zult worden en gaat de roadie door zijn rug als hij de line array van de PA begint te ontmantelen.
Als ik een marsmannetje was geweest te midden van allemaal andere marsmannetjes, die aan de vooravond van zijn eerste missie naar planeet Aarde een briefing zou hebben gekregen van een charismatische Marsinstructeur over het fenomeen ‘vader op de planeet Aarde’ en de Marsinstructeur had met zijn aanwijsstok systematisch de kenmerken van een ‘vader op de planeet Aarde’ op zijn marsiaanse digiboard aangetikt:
Een vader staat als eerste op,
een vader gaat als laatste naar bed,
een vader doet alles beter dan zijn kinderen,
een vader is een wandelende portemonnee,
een vader is een gratis taxichauffeur,
alleen een vader mag vuurwerk afsteken,
een vader wordt nooit betrapt door zijn kinderen als hij de moeder van zijn kinderen neukt,
een vader wint elke ruzie met een vreemde meneer,
een vader laat zich niet belazeren door een ober,
een vader kent de spelregels van elke sport,
een vader heeft altijd gelijk,
een vader liegt nooit en een vader leest heel snel zeer spannende boeken die hij nooit koopt maar altijd gratis uit de bibliotheek haalt, dan had ik alle kenmerken van de ‘vader op de planeet Aarde’ net zo goedgelovig geaccepteerd als ik in werkelijkheid heb gedaan.
Nu ik zelf vader ben, herken ik me in geen enkel opzicht in de voorstelling die ik als kind van een vader had. Ondanks dat ik nooit een DNA-test heb laten doen om absolute zekerheid te verkrijgen over de vraag of ik wel of niet de vader van mijn kinderen ben, moet ik aannemen dat de kinderen waarmee ik onder een dak woon mijn kinderen zijn. Het feit dat mijn zoon qua uiterlijk meer op mijn zwager lijkt dan op mij doet daar niets aan af.
Het gevoel dat ik de rol van vader speel in plaats van dat ik een vader ben laat mij echter nooit los. Als mijn kinderen mij op Vaderdag verrassen met een ontbijtje op bed heb ik altijd het gevoel dat ze aan het verkeerde adres zijn.
Spelen mijn kinderen de rol van dochter en zoon net zo intuïtief als ik de rol van vader speel?
Ik weet bijna zeker dat ik om mijn zoon zal moeten lachen als hij ooit vader zal zijn. Mijn zoon zal ik altijd als mijn zoon zien en niet als een vader, oom of opa. Net zoals ik mijzelf nooit als de vader zal zien die mijn vader is geweest.
Een vader zijn is totaal iets anders dan een vader hebben. Ik ben een marsmannetje in het verkeerde lichaam.