De afgelopen week was ik in het Zwarte Woud. Wandelen op doktersvoorschrift. Samen met mijn kinderen. Die moesten mee op papa-voorschrift, en ook om mij op te vangen, mocht ik onderweg instorten of door de pijn overmand worden.
Het heeft geen biet geholpen: ik kreupelkruip nog steeds. Maar het was wel interessant: zo stonden wij samen plassend tegen een boom de functie van de voorhuid door te spreken. Nick wilde weten waarom mijn eikel zo kaal was.
“Dat is toch hartstikke rot?”
Soms.
“Schuurt dat niet enorm?”
Jawel.
Ik had mijn voorhuid ook liever nog wel gehad. Maar je went eraan. Soms denk je dat ie er nog is, dat je ‘m nog voelt, net als een geamputeerde arm. Fantoomgedoe. Ach, nee. Dat is ietwat overdreven.
Simone drentelt op een afstandje in de rondte.
“Zijn jullie nou nóg niet klaar?”
Nee. Sommige zaken moeten nu eenmaal besproken worden.
Op de terugweg hoor ik stomtoevallig op de radio het nieuwsbericht van een arts uit Nürnberg die bij een Syrische familie een twee weken oude baby heeft besneden. Op de keukentafel, onder zeer gebrekkige hygiënische omstandigheden. De familie had de Duitse arts via het internet opgescharreld. Die ging als een onbeholpen trojaans paard te werk: met zijn onkundige hoeven sneed hij veel te veel piemelmateriaal – namelijk een behoorlijk deel van de schacht – weg. Zelfs de verdoving was klungelig (of helemaal niet) gedaan. Die baby moet enorme pijn hebben geleden en is bijna doodgebloed. Een noodoperatie in het ziekenhuis kon hem ternauwernood redden.
Ik kijk blijkbaar nogal geshockeerd, want Nick – die geen Duits spreekt – vraagt meteen wat er aan de hand is. Simone zit, met oortjes in, LaLaLand op haar mobiel te kijken en krijgt niets mee.
“Een dokter heeft een baby’tje besneden, hier in Duitsland, en dat heeft hij zó onnozel gedaan dat de baby bijna gestorven is.” Vervolgens moet ik uitleggen wat besnijden ook alweer is, hoe dat bij mij ging (weet ik niet meer; geen babyherinneringen) en waarom mensen hun kind iets zó gruwelijks aan kunnen doen.
Dat laatste kan ik niet. Ik kán het niet uitleggen. Omdat ik het simpelweg onverklaarbaar vind, dat ouders hun pasgeborene aan zoiets onderwerpen. Het lichaam van je eigen kind dusdanig (laten) verminken, terwijl het kind nog niet eens in staat is om ‘bababa’ te brabbelen, laat staan te zeggen of hij het met de hele gang van zaken überhaupt eens is.
En dan op zo’n manier dat je je eigen kind bijna moedwillig laat vermoorden. In mijn ogen kun je je baby dan net zo goed direct slachten en offeren aan de god die jij toevallig aanhangt. Blijkbaar hebben die ouders de overtuiging, dat dat kind helemaal van hen is en zij er dus mee kunnen doen en laten wat ze willen.
Dat ís niet zo. Je hebt als ouder de verantwoordelijkheid, ja. Namelijk de verantwoordelijkheid dat het je kind goed gaat, dat het gezond kan opgroeien en dat het een gelukkig leven kan leiden. Daar hoort het opzettelijk verminken, mishandelen of zelfs bijna vermoorden – al dan niet uit de één of andere geloofsovertuiging (die dat kind nog helemaal niet heeft, maar jij als ouder wel aan hem opdringt) – NIET bij.
Is een kind een jaar of 14-15, kan het wél nadenken over wat hij/zij wil. Als het op die leeftijd zegt dat het graag besneden wil worden, omdat dat bij zijn overtuigingen past, zou ik er vrede mee hebben en het geheel in zo goed mogelijke medische banen leiden. Maar dit? Nee. Dit zal ik nooit of te nimmer kunnen begrijpen. Juist omdát ik zelf besneden ben.
Natuurlijk zijn er andere redenen voor de besnijdenis van jongens (de volledig zinloze en nog veel gruwelijkere besnijdenis van meisjes wil ik niet eens noemen). Om medische redenen (phimose, eikelontstekingen) kan het – soms al heel vroegtijdig – nodig zijn, zodat de penis zich normaal en goed kan ontwikkelen. Sommige mensen vinden het hygiënischer (maar je penis regelmatig goed schoonmaken, ook onder de voorhuid, moet iedere man), sommigen esthetischer. Anderen doen het om seksuele redenen: doordat je eikel ongevoeliger wordt, kun je langer. Maar in al die gevallen beslist de (jonge) man zelf. Prima. Neem een tattoo, een tepelpiercing, een navelringetje, een permanente tepelklem, doe wat je wilt. Als je het maar zelf goed overwogen hebt en zélf hebt mogen besluiten dat je dat werkelijk wil.
Toen ik geboren werd, woonden mijn ouders in de VS. Met hun religieuze achtergrond dachten zij dat dit het beste voor mij was. Dat het zo hoorde. Iedereen deed het immers? Ik zal het ze nooit vergeven. Ik heb schatten van ouders, maar dit hadden ze nooit mogen doen. Zij namen de beslissing om mij voor het leven te verminken. Vanwege een geloof; er was absoluut geen sprake van een medische reden. Zij drongen hun overtuiging aan mij op, in plaats van mij zelf op gepaste leeftijd te laten beslissen of ik een deel van mijn lichaam wil missen.
“Ja, maar… Als die mensen toch dachten dat ze er goed aan deden om dat te doen? Als ze denken dat hun kind niet door hun god geaccepteerd wordt als ze het niet doen?”
Een tijd lang zitten we zwijgend in de auto.
“Nou Nick, ik geloof heilig in de oorlellengod. En bij het oorllelloïsme hoort nu eenmaal, dat elke 14-jarige jongen zijn linker oorlel af moet snijden, want die is onhygiënisch, volgens mijn oorlellenovertuiging. Daarnaast is het een inwijdingsritueel: alleen zo ben je een echte man. En je kunt die lelletjes best missen: je zult het vast wel overleven. Het hóórt nu eenmaal zo. En jij bent al bijna 15. Ik, als jouw vader én eigenaar, bepaal nu voor jou dat jij óók in de oorlellengod moet geloven, voor je eigen bestwil. Anders ben je verdoemd, blijf je eeuwig een kind en kom je niet in de oorlellenhemel. Dus. Waar ligt dat Stanleymes ook alweer, kijk eens in het dashboardvakje, wil je?”
“Oké pap, je punt is duidelijk. Kun je nu weer op de weg kijken, voordat je ons moedwillig aan die vrachtwagengod daar offert?”