Eindelijk verlost van die verschrikkelijke dames en heren, dacht ik toen ik van de genderneutrale plannen van de NS hoorde. Dus in eerste instantie was het een opluchting dat ze in de omroepberichten op treinstations en in treinen alvast moeten plaatsmaken voor reizigers. Leve de NS, dacht ik toen nog, alles is beter dan voor heer uitgemaakt te worden. Het duurde even voor ik begreep dat we van de regen in de drup komen.
Om evidente anatomische redenen snapte ik dat het tot nu toe de bedoeling was dat ik me tot de heren (en niet tot de dames) rekende, maar het voelt gewoon unheimisch. Laat ik het beestje maar bij de naam noemen, ik vind het kwetsend om elke man ongevraagd bij de categorie heren in te delen. Wat is dat nu helemaal, zo’n heer? Heer mag dan bedoeld zijn als zondagse naam voor man, maar dat is dan wel zo’n sombere druilerige zondag, dat je geen kant op kunt, niet eens wilt. Een heer doet me denken aan saaie grijze pakken, aan mannen die denken dat ze heel wat voorstellen. Elke man die zichzelf respecteert verdomt het om een heer zijn!
Eerst leek het NS-plannetje me dus wel wat. Reizigers, er leek op het eerste gezicht weinig op aan te merken. Heel wat beter dan dames en heren. Maar het duurde niet lang of de schellen vielen me van de ogen. Opeens zag ik de overeenkomsten met heer. Hoezo reiziger? Moet je meteen als reiziger weggezet worden als je een keer in de trein stapt? Ben je een reiziger als je dertig kilometer van Utrecht naar Amsterdam spoort? En als je in Amsterdam uitgestapt bent, dan ben je geen reiziger meer? En als je daarna de tram neemt weer wel? En wat ben je dan tussendoor? Bovendien pas ik ervoor om op een hoop gegooid worden met ongewassen armoedzaaiers met grote rugzakken die op kosten van de maatschappij de wereld over reizen, om erachter te komen wat ze met hun miserabele levens willen. Het is een belediging om daarbij gerekend te worden! En vooral kwetsend!
Kunnen ze niets beter bedenken bij de NS dan reizigers, dames en heren om hun gasten toe te spreken? Mensen, zou dat een beter idee zijn? ‘Beste mensen, de trein van Utrecht naar Amsterdam vertrekt van perron 3, met vijf minuten vertraging.’ Meteen was het gevoel van opluchting verdwenen. Mensen? Zomaar mensen? De kou trok in mijn hart. Ben ik dan uitwisselbaar? Ben ik zomaar een willekeurig mens in plaats van een uniek persoon? Het zou gewoon een ontkenning zijn van mijn waarde als individu, van mijn eigen gevoelens en gedachten! Het is zo ongeveer moord! Dat zou het toppunt van kwetsen zijn.
Echt een man heb ik me ook al nooit gevoeld. Wanneer zou ik dat dan geworden moeten zijn? En wat is het verschil tussen man worden voor een jongen en man worden als je eerst een vrouw was? Is een man dan sowieso een soort transgender? In ieder geval heb ik nooit iets gemerkt van dat man worden. Dus tot iemand me het bewijs van het tegendeel levert, ben ik nog steeds een jongen.
Je zal trouwens maar man genoemd worden, je gaat je zo suf voelen als je de consequenties daarvan tot je door laat dringen. Waar een man al niet aan zou moeten voldoen! Een echte man moet vooral zijn mannetje staan, daar komt het een beetje op neer. Mannetje! Zo’n verkleinwoordje, het zegt zoveel. Kwetsen is niet genoeg, ze willen je klein maken, vermorzelen. Het is niet alleen de NS, ze doen het allemaal!
Het leven is zwaar, Maurits. Erg zwaar.
Waarom heet jij trouwens Maurits? Heette je vader zo? Of je opa? En zo niet, waarom jij dan wel? Nou?
Conny, Je moest eens weten hoe zwaar het is! Als je later groot bent zal je begrijpen dat er op de waaromvraag zelden een zinnig antwoord is. Maar in dit geval: ik ben vernoemd naar mijn pake!
We stammen uit hetzelfde jaar. Misschien verklaart dat wat. 😉
Dus jouw oma heet(te) Conny!? Of is jouw leven ook zo ondraaglijk zwaar?