Afgelopen zondag was ik op uitnodiging van mijn Deense uitgeefster Kærlighed Snyder in de Deense hoofdstad Kopenhagen, om te praten over de Deense uitgave van mijn Bulgaarse debuutroman uit de jaren negentig “Наказание Sweeper.”
We hadden afgesproken in “Il Gabbiano,” een Italiaans restaurant aan de Langeliniekaj in de haven van Kopenhagen. We keken uit op het wereldberoemde bronzen standbeeld “De kleine zeemeermin,” “Den lille Havfrue” in het Deens, zo vertelde mijn Deense uitgeefster mij.
Om conversatie te maken vertelde Kærlighed Snyder mij dat “De kleine zeemeermin” met recht klein genoemd mag worden. Het op 23 augustus 1913 onthulde beeld is slechts 1.25 meter hoog. Ze wist me ook nog te vertellen dat het beeld 175 kilo weegt.
Ik deed, net zoals jij nu aan het doen bent, of ik het allemaal ongelooflijk interessant vond wat zij mij aan het vertellen was. Dat had ik misschien beter niet kunnen doen. Onder het genot van een bord Pappardelle met Stracotto en een fles San Pellegrino ging Kærlighed Snyder maar door met het rondstrooien van triviale feiten die betrekking hadden op “De kleine zeemeermin.”
Zo weet ik nu dat het beeld gemaakt is door de Deense beeldhouwer Edvard Eriksen (1876-1959). Edvard Eriksen gebruikte zijn eigen vrouw als model voor het lichaam van “De kleine zeemeermin.” Omdat de vrouw van Edvard Eriksen in het bezit was van een foeilelijk gezicht gebruikte hij het hoofd van de destijds wereldberoemde ballerina Ellen Price als model voor het hoofd van het beeld.
En was ik op de hoogte van het feit dat “De kleine zeemeermin” ontzettend vaak het slachtoffer was geweest van vandalisme? Ik knikte zonder veel overtuiging, omdat ik ooit wel eens gehoord had dat het beeld onthoofd was. Ik had het bericht van de onthoofding meer als een betreurenswaardige grap dan als schokkend wereldnieuws ervaren.
Mijn Deense uitgeefster kende de hieronder staande lijst van vandalisme op het beeld van “De kleine zeemmermin” uit haar hoofd:
1961 beschilderd met een bh en voorzien van een onderbroek en rood haar;
1963 besmeurd met rode verf;
1964 onthoofd door kunstenaar Jorgen Nash, lid van de extreem-linkse kunstenaarsbende Situations International (SI, niet te verwarren met de Islamitische Staat, IS);
1976 met verf besmeurd;
1984 rechterarm afgezaagd;
1990 poging tot onthoofden;
1998 onthoofd;
2003 met explosieven van rots geblazen;
2004 in burqa gehuld;
2006 besmeurd met groene verf, dildo aan hand bevestigd;
2007 in maart en mei besmeurd met verf;
2007 gekleed als moslima;
2017 met rode verf besmeurd in mei, met rode en witte verf besmeurd in juni.
Dat “De kleine zeemeermin” de hoofdpersoon is van het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen wist ik ook nog wel, maar ik had geen idee waar het sprookje over ging. Vanzelfsprekend ging Kærlighed Snyder met enthousiasme in op mijn verzoek de inhoud van het sprookje in het kort te vertellen.
“Op haar 15e mag de kleine zeemeermin, zoals alle meerminnen, naar de oppervlakte van de zee zwemmen en de wereld daarboven bekijken. Daar ziet ze een mooie prins op een schip en wordt op slag verliefd op hem.
De prins zal echter nooit verliefd worden op een meisje met een vissenstaart in plaats van benen (wie wel?). In ruil voor een toverdrank, die haar benen op de plaats van haar staart geeft, staat de kleine zeemeermin haar tong en daardoor haar mooie stem af aan de duivel, in de gedaante van een toverheks.
De prins wordt verliefd op een normaal meisje. De vier oudere zussen van de zeemeermin geven de kleine zeemeermin een mes, dat ze in ruil voor hun mooie haar bij de zeeheks hebben gekocht. Als de kleine zeemeermin de prins vermoordt met dat mes, kan ze weer een meermin worden en voor de rest van haar leven terugkeren naar haar familie.
De zeemeermin met benen kan het niet over haar hart verkrijgen om de prins te vermoorden. Ze stort zichzelf in zee en verandert in schuim.”
De moraal van het sprookje was duidelijk: Wie zijn ziel aan de duivel verkoopt om zijn verlangens te kunnen bevredigen, komt rottig aan zijn eind.
Nu begreep ik beter waarom het beeld van “De kleine zeemeermin” zo vaak gemolesteerd was. Je ziel aan de duivel verkopen is een doodzonde.
Mijn Deense uitgeefster Kærlighed Snyder rekende ons etentje af en stopte het bonnetje zorgvuldig in een vakje van haar portemonnee.
Daarna stelde Kærlighed Snyder mij voor ergens een hotelkamer voor een uur te huren om eens “lekker te gaan neuken.” Omdat ik al jaren in voorspoed getrouwd ben, stelde ik voor om in plaats van op haar een ritje te maken in de “Dæmonen,” een stalen achtbaan in het wereldberoemde attractiepark Tivoli.
De moraal van het verhaal is voor mij dat de zeemeermin zo veel van de prins houdt, dat ze liever dood gaat dan hem te vermoorden.
Als je Kærlighed Snyder van het Deens naar het Nederlands vertaalt wordt een tip van een sluier opgelicht.
Geachte heer Mabelus,
Op de website 120w, waar ik u van ken, geeft u uw eigen stukjes altijd twee waarderingen/likes, oftewel hartjes, waar deze kinderachtige site mee werkt. Naar ik aanneem doet u dat hier ook. Bent u echt een volwassen man?