Met verbazing las ik onlangs de blogs van mijn collega’s Maurits (‘Vergeef ons onze lelijkheid!’), de Laatbloeier (‘Een knappe man? Ja dat kan!) en Remco (‘Je zult maar een mooie vrouw zijn’). Wat een gezever over wel mooi, niet mooi, over mannelijke lelijkheid en de vrouwelijke vloek der schoonheid, over allesbepalende en zo nietszeggende uiterlijkheden, en meer van dien.
Mannen zijn hooguit mooi van lelijkheid, aldus Maurits.
Mannen zijn óók mooi, maar dan wel enkel binnen hun eigen liga, aldus Laatbloeier.
Knappe vrouwen zijn per definitie niet aardig omdat ze, als ze wél aardig zouden zijn, niet zouden kunnen overleven in de hitsige, opgegeilde mannenwereld, aldus (de theorie van) Remco.
Conclusies uit voorgaande relazen:
Ben je een lelijke man (en dat ben je, want iedere man is lelijk), moet je vrouwen smeken om van je te houden. Vrouwen zijn wederom gelukkiger bij een ‘lelijke’ man, want dan hoeven ze zelf niet zo op hun uiterlijk te letten. Lelijke vrouwen komen nergens en eindigen – als ze zich niet chirurgisch laten bijwerken – als voetveeg. Mooie vrouwen mogen niet sympathiek zijn, want dan kunnen ze geen normaal gesprek meer voeren vanwege de hordes geile beren die over ze heen vallen. En mooie mannen zijn homo’s. Wat een ellende, dat uiterlijk!
Dat met die homo’s klopt overigens. Alle écht mooie mannen die ik ken, zijn homoseksueel. Blijkbaar weten deze mannen hun schoonheid beter naar voren te brengen en te accentueren. Maar het allermooiste is: ze zijn allemaal óók nog eens heel erg aardig! Ze hebben geen enkele last van testosteronbommen die zich aan hen willen vergrijpen. Wat geen verrassing is, natuurlijk.
Ik ben blij dat ik me vooralsnog nooit heb bezig gehouden met mijn uiterlijk. Ik ben een doorsneeman met een doorsneegezicht en een doorsneelichaam. Althans, dat denk ik. En wat anderen van mijn doorsnee-zijn vinden, zal me eerlijk gezegd jeuken. Ik ben mij niet bewust van hordes vrouwen die over mij heen vallen (behalve als ik weer eens iets idioots schrijf, wat ik bij gebrek aan aandacht soms dan maar doe). Ik ben onopvallend.
Misschien moet ik ook maar eens iets aan mij veranderen, zodat ik eindelijk in een of andere groep val. Al is het maar de groep van ‘mannen met pseudo-Hitlersnorretjes’. Zou ik dan ineens wel positief opvallen bij de vrouwen? Ik vrees van niet. Mensen die mooi zijn én mensen die lelijk zijn, zijn in ‘t voordeel. Mensen die doorsnee zijn, díé hebben het pas zwaar. Want niemand ziet ze.
Als iedereen, mannen en vrouwen, nu eens een niqaab aan zou trekken. Dan ziet niemand meer iets van iemand. Dan heb je als mens pas écht nergens last meer van. Behalve van de hitte in de zomer. Maar die is nu voorbij.