Toen mijn nieuwe vriendin, die ik eigenlijk pas goed een week kende, mij op de hoogte bracht van het feit dat ze kunstenares was, een avant-gardistische nog wel, prikkelde dat mijn nieuwsgierigheid. Ik ben een vrijzinnig man met een ruime culturele belangstelling: haast niets is mij te dol als het om creativiteit gaat.

Foto: Bernard Gagnon (Wikipedia)
Ik moest wel even slikken bij het zien van deze verzameling kunstzinnige jongeheren. Van mijn stuk gebracht was ik zelfs een weinig, hoewel ik toch wel het een en ander kan hebben, in artistiek opzicht, al zeg ik het zelf: zoals gezegd kijk ik doorgaans met een open vizier de wereld in.
Een moment stond ik met mijn mond vol tanden, gadegeslagen door mijn hartendievegge, die ongedurig wachtte op mijn deskundige oordeel, nopens haar bijzondere klok-en-hamerspel-kunst.
‘Indrukwekkend,’ bracht ik uiteindelijk uit. En zo voelde het.
Nadat we samen de marsepeinen snikkel hadden opgepeuzeld – zij de eikel, ik de ballen – , bewees ik haar dat een fallus van vlees uiteindelijk toch wel als het beste kunstwerk beschouwd mocht worden. Zij beaamde dit met volle teugen.