
Bron: Pixabay
Laat ik het maar bekennen dan, eindelijk. Het moet er maar eens uit. Ik heb het al jaren opgekropt, nooit zelfs maar een hint durven geven. Soms kon ik het wel uitschreeuwen, zomaar ineens, omdat het me zo hoog zat. Maar uiteindelijk durfde ik het nooit. De woorden bleven steken in mijn keel, ik kon het gewoon niet.
Nu wel. Na de affaire rond Harvey Weinstein is er een tsunami aan openbaringen over seksueel misbruik van vrouwen losgekomen. We wisten het natuurlijk al van paters en onderwijzers, en dat sommige sporttrainers hun handen niet thuis kunnen houden, hadden we ook al eerder gehoord. Maar nu zijn het ook filmproducers, regisseurs en schrijvers. Het zijn politici, bestuurders en ambtenaren. Werkgevers zijn het, ondernemers, managers en directeuren. Het zijn middenstanders, pennenlikkers, rijschoolhouders en zweminstructeurs. Gewone mannen zijn het. Keurige mannen, mannen die iets betekenen in de maatschappij, die een reputatie hebben, soms zelfs een ridderorde en een medaille, waarschijnlijk komt binnenkort de eerste Nobelprijswinnaar boven water. Het zijn mannen van formaat.
En dat is het hem juist. Je telt als man niet meer mee als je niet eens een vrouwelijke employee in de billen hebt geknepen, of een collegaatje – want zo worden vrouwelijke collega’s immers genoemd – met een iets te luchthartig “hé lekker ding” hebt begroet. Je hoort er niet bij – niet echt tenminste – als je je niet eens hebt afgerukt voor de ogen van je huishoudster of als je je niet in ontklede toestand hebt opgedrongen aan een stagiaire. Als je dat nooit hebt gepresteerd, dan stel je niks voor.
Ja, nu moet ik er dan toch maar voor uitkomen:
ik ben een watje.
gefeliciteerd! een watje waar je trots op kan zijn (y)
De dag is nog lang…nieuwe ronde …nieuwe kansen