Ik wil weer lekker in sprookjes kunnen geloven.
Heerlijk ongecompliceerde verhalen beleven die beginnen met “er was eens…” en die een prachtig einde hebben waarin iedereen nog lang en gelukkig leeft.
Van die fanatsievolle epistels waar je met een brede glimlach middenin zit.
Dat wil ik.
De laatste tijd ontspan ik met het kijken van dromerige films.
Favoriet op het moment is “Lalaland”. Ik begin met glimlachen zodra de dame in de gele jurk de eerste noten zingt en ik stop pas bij de aftiteling. Met een zilte traan over mijn wangen als ware ik een afdruk van een zigeunerjongetje, vastgetimmerd aan de nicotine-gele muur in een verder donkerbruin interieur, ergens in een ranzig riekende aanleunwoning waarin een bejaarde weduwnaar wacht op zijn naderend einde.
Ik neurie de godsganse dag “City of Stars” en op mijn werk staat de soundtrack continue op repeat.
Want het droomt zo lekker weg.
Maar uiteraard komt ook de gehele collectie van Tim Burton voorbij.
Of ik grien bij “Amélie”.
Zolang ik maar kan zwijmelen bij de beelden, het verhaal en de muzikale ondersteuning.
Even weg uit de realiteit.
Want ik kan natuurlijk gaan lopen gillen dat ik vooral naar de spelkwaliteiten van de acteurs kijk.
Maar eerlijk is eerlijk, ik kijk voornamelijk omdat ik deze sprookjes broodnodig heb.
Thuis staar ik naar mijn Draken en ik zie ze verdwijnen in de wereld die louter in hun fantasie bestaat.
Bijzonder logisch blijkt het, dat Freek Vonk teleporteert naar planeet Minecraft, waar hij al haaien gooiend de wonderschone en koekjes bakkende jonkvrouwe Jill redt van de snoodaard T-Rexum, trouwt met zijn muze en toegezongen wordt door een gigantisch koor van Minions die “Banana” gillen.
En dat allemaal in een Harry Potter pakje.
Niets vreemds aan.

Bron: Pexels
De werkelijkheid is echter anders. Er is geen ruimte om in sprookjes te geloven.
Soms zit je in een situatie waarin je niets anders kan dan accepteren dat je maar door moet gaan. En doorgaan, en doorgaan. Waarin je geen zicht hebt op het einde en waarin je telkens weer voor nieuwe pittige uitdagingen komt te staan. Een soort perpetuum mobile van emotionele vuistslagen.
Het leven is geen Lalaland. Zeker niet nu.
Ik lijk de hoofdrol te hebben in een zeer zwaar psychologisch drama.
Gelukkig liggen er pepernoten in de schappen.
Sinterklaas meert zijn Pakjesboot weer aan, de kerstboom wordt 6 december versierd en over een maand of twee knallen de kurken.
Allemaal tradities die juist de fantasiewereld van de Draken stimuleren. En ik zal er vol in meegaan. Open haard aan –maar pas vanaf 6 december omdat anders de Sint zijn billetjes brandt– , in het donker met een zaklamp op jacht naar Pieten -Dáár papa! Op dat dak zag ik een Piet. Mét cadeautjes!-, uren in de keuken staan terwijl de Draken naar de Sneeuwman kijken
De komende maanden wordt het iets makkelijker om in sprookjes te geloven.