Me Too? Dat kan ik dus mooi vergeten! Niemand die ongevraagd een vinger (of meer) naar me uitsteekt. Of ik zou die oudere collega van vroeger moeten noemen die zich meer dan eens lovend over mijn lichaam uitgelaten heeft. Daar bleef het dan wel bij, er viel zelfs geen onvertogen woord. Ik voelde me best gevleid, maar die collega was helaas niet alleen ouder, maar ook nog man. Ik ben ook man, en hetero, dus wat schiet ik ermee op? De echte vraag is: waarom vallen vrouwen me niet lastig?
Je mag het eigenlijk niet zeggen, zeker niet in deze roerige tijden, maar stiekem lijkt het me wel wat. In ieder geval voor een dagje. Dat je weet waar vooral vrouwen het over hebben. Dat ze niet meer kunnen zeggen dat ik pas mag meepraten als ik het zelf aan den lijve ondervonden heb. Dus waar wachten jullie op?
Ik wil wel eens weten hoe het voelt als hongerige ogen over je lichaam kruipen. Ogen die begeren, zaadvragende, wat zeg ik: -eisende ogen. Dat je nagefloten en na-ge-ik-weet-niet-wat-allemaal wordt. Dat ze het met elkaar over je hebben. Hoe lekker je bent, dat ze fantasieën uitwisselen over wat ze met je willen doen. Dat je aanvoelt dat ze bereid zijn ver te gaan, misschien wel over de schreef. Dat ze het zouden doen, als ze de kans krijgen.
Ik doe echt mijn best om vrouwen op te porren door me van mijn begeerlijkste kant te laten zien, maar het is lastig. Ik weet natuurlijk dat ik twee dingen sowieso tegen heb. Dat ik man ben en mijn leeftijd. Het laatste spreekt vanzelf, het eerste eigenlijk nog meer. We zitten nu eenmaal met de afspraak dat er een sekse is die zich laat begeren en een sekse die begeert, vrouwen en mannen, in die volgorde. Dat zit tussen de oren, verankerd in het collectieve bewustzijn. Het idee is dat het zo nu eenmaal hoort. Dat de natuur het zo bedoeld heeft. Dat daar niet aan gemorreld dient te worden.
Het is een onomstotelijk vaststaand feit dat de natuur vrouwen qua begeerlijkheid heeft bevoordeeld. Als man moet je dus alle zeilen bijzetten om ze een beetje bij te houden. Het minste is wel om de verschillen niet nog eens te overdrijven want die zijn allemaal in ons nadeel (op het belangrijkste verschil na, daar is het gelijk spel. Maar daar kan je niet mee te koop lopen). Wegmoffelen ligt meer voor de hand dus overal waar gesnoeid kan worden laat je dat niet na. En je een beetje leuk aankleden.
Zoals ik al zei, ik doe mijn best. Maar ik voel me een roepende in de woestijn. Ik kan het vrouwelijk jachtinstinct niet in mijn eentje wakker schudden. De meeste mannen doen er juist alles aan om mijn ambitie te frustreren, ze kleden zich bij voorkeur op een manier van ‘let vooral niet op mij!’ Alsof ze huiverig zijn begeerd te worden. De strategie van de jager in zijn groene kloffie (hoedje met veertje) waarin hij opgaat in het struweel. Hopend op malse wilde zwijnen die nietsvermoedend komen grazen voor de loop van zijn geweer.
Op de jachtterreinen waar de seksen elkaar ontmoeten is het niet anders. Mannen gaan tot het uiterste om de indruk te vermijden een prooi te zijn. Vrouwen zouden hun eigen jachtinstinct eens ontdekken, stel je voor! Voor je het weet zijn de rollen omgedraaid! Ze gaan zelfs zo ver er allemaal hetzelfde uit te zien. Bij de ene gelegenheid allemaal hetzelfde duffe pak, bij een andere dezelfde spijkerbroek met wit T-shirt. Les extrêmes se touchent, want dat lijkt toch wonderlijk veel op het gedrag van prooidieren. Bij de kudde blijven, zo geef je roofdieren geen kans. En dan nog die baarden- en snorrenmanie van tegenwoordig. Die ontneemt zelfs de meest assertieve vrouw de lust tot jagen.
Ik ben kansloos. De ongevraagde foto’s van welgevormde boezems en nog zo wat, opgedrongen schoudermassages, gretige vrouwenhandjes op mijn billen in het voorbijgaan (laat staan onder mijn shirt of zelfs in mijn onderbroek), oneerbare voorstellen, ik kan het schudden. Dat ligt ook aan al die mannen die vastzitten in hun rollenpatroon. Van je seksegenoten moet je het maar hebben!
Vrouwen zijn dol op aanbiedingen. Behalve waar het mannen betreft. Dan gaan ze voor het neusje van de zalm. Daarbij is uiterlijk nog niet eens het allerbelangrijkste. Kan het daaraan liggen?
Was het maar waar dat vrouwen voor het neusje van de zalm gaan! Dat is juist wat ik propageer, omdat ik er weinig van zie. En dan zou het ook fijn zijn als meer mannen hun best deden dat neusje van de zalm te zijn. (En natuurlijk niet alleen op uiterlijk gebied) Met name dat probeer ik er in te rammen