
Bron: Pixabay.com
Toen ik in de buik van mijn moeder in elkaar geknutseld werd door moeder natuur, heeft een of andere helder licht bedacht dat die Michiel best wel wat slungeliger kon. Alles aan mij lijkt daarom net iets langer dan in verhouding moet (ik stel ik het op prijs dat jullie geen dubbelzinnige opmerkingen maken).
Mijn benen zijn een fractie langer dan mijn bovenlijf, mijn armen hebben de spanwijdte van een condor en mijn voeten maken skilatten overbodig. Alles lijkt net een tikkie uit het verband gerukt. Zo ook mijn vingers. Hadden we vroeger een schaatser met een zwabbervoet, hebben we nu een columnist met wappervingers.
Doordat alles net even een paar millimeter tot centimeters te lang is, lijkt het wel alsof signalen naar mijn brein ook een fractie van een seconde later aankomen. Voorbeeldje: wanneer ik de afwas doe (en die doe ik nog ouderwets met de hand) blijft er altijd wel een vinger achter een glas of bord haken op het afdruiprek. Soms heb ik een wonderbaarlijk reactievermogen en red een kopje of schotel, maar vaker sta ik bij de Action nieuwe voorraad in te slaan.
Was ophangen, het meest simpele wat bestaat zou je denken. Nou, ik krijg het voor elkaar om met mijn vingers een rekje van het trapbalkon af te wippen. Met als gevolg dat mijn zoon onderaan de trap ligt te worstelen onder een stapel natte handdoeken én het rekje. Omdat hij even nieuwsgierig kwam kijken wat ik deed. Zijn euvel, zwabberend nieuwsgierig aagje!
Met stofzuigen is het al niet beter. Zit ik lekker op Killing in the Name of, headbangend het kleedje schoon te zuigen, hup daar gaat de vaas bijna. Mijn vriendin denkt dat ik de boel bewust saboteer om onder het huishouden uit te komen. Op zich is dat best een mooi geluk bij een ongeluk. Echter, nadat ik een keer bij het snoeien mijn eigen pink brak tussen de handels van de snoeischaar en daarna zo’n beetje elke avond de thee omver wapperde, gelooft ze me. Al is het maar omdat ik altijd met mijn vingers vast kom te zitten in haar haar. Niet vragen hoe ik daar terecht kom! Afijn, na al die toestanden gelooft ze me wel.
Wappervingers. Het is een crime! Een tiental spastische gewrichtjes die het zelfs weten te presteren om achter een koffiebekerhouder te blijven haken op mijn werk. Een plek met een zee van ruimte, maar ik sloop met ogenschijnlijk gemak een halve bekerkoker uit de muur. Heb ik mijn handen wél een keer onder controle, struikel ik met mijn flappervoeten ergens over.
Het kan haast niet anders dat er meerderen met dit euvel rondlopen. Ik weet het wel zeker. Daarom bedacht ik me, nu ze toch zo hot zijn, een hashtag in het leven te roepen. Voor al die mensen die ook lopen met een wapperend euvel, klein of groot. Ik heb ook al een naam bedacht. Internationaal, want we trekken het direct mondiaal. #FingerMe. Ik weet zeker dat velen zich zullen melden.