Mijn boekenkast is heilig. Het is mijn kasteel, mijn schatkamer, mijn kerker van eigenhandig gevangen woorden en zinnen. Soms sluit ik mij op in mijn studeerkamer alias ‘bibliotheek’ en ga in mijn bureaustoel voor de kast zitten. Dan laat ik mijn blik over de kaften struinen en komen de herinneringen als vanzelf boven drijven. Boeken bekijken is een soort literaire meditatie. Erg rustgevend.
Ik lees ook wel eens. Ja, mannen lezen wel degelijk, ook al lijkt dat vaak onvoorstelbaar. Kijk daar, daar staat mijn eerste échte leesboek! De Naam van de Roos van Eco. Het enige waaruit ik nog enigszins wijs werd, was de seksscène, met dat bloedende koeienhart in een jute zak ernaast. Al het Latijn liet ik per definitie links liggen. Een grove fout, merkte ik later, toen ik de film zag. Toen snapte ik het geheel ineens wel. Ik ben en blijf een visueel ingestelde mens.
En daar heb je Noam Chomsky. Ik houd ervan. ‘Manufacturing Consent: The Political Economy of the Mass Media’, het boek waarmee mijn journalistieke carrière alsmede mijn aversie van massamedia begon. ‘How The World Works’ heb ik ook. Ja, die man heeft wel wat. En ik van hem. Oh, ha, de Kamasutra. Die is van mijn ex. De opborrelende herinneringen aan haar lenigheid druk ik met harde hand de kop in. En daar: Marketing and Economics. Ook al zo’n kutboek. Open doors won’t open doors.
Ik heb boeken over nieuwe ‘schone’ energie (die best vies blijkt te zijn), over copywriting, over kinder- en puberopvoeding, maar ‘Oei, ik groei’ heeft ex meegenomen. Prima. Ik groei ook wel zonder dat boek. Werken van grote literaten en kleine schrijfwonderen. En alles van Harry Potter, officieel van Nick, maar ze staan zo mooi in mijn boekenkast. Zonder boeken geen schrijver, zonder woorden geen wondere wereld.
Ik staar. Verdikkeme, er mist wéér een boek. Dit keer is ‘Striptease Thuis’ verdwenen, een stokoud 60er jaren boekje van ene Libby Jones; een voortijdige “erfenis” van mijn moeder. Ik wil niet weten wat zij van dat boek allemaal ten uitvoer heeft gebracht voor de ogen van mijn vader (of wie dan ook), maar ik wil wél weten waar mijn boek gebleven is. Mijn literaire schatkist wordt op wonderbaarlijke wijze leeggeroofd.
Op jacht. Nick, eerste verdachte als het op striptease-boeken aankomt, blijkt onschuldig. De woonkamer: ook niets. Welke huisgenoot is ‘t dan?
Guido: niks te vinden. Die leest sowieso niet, die kijkt enkel. Meestal beteuterd.
Aiko: enkel kookboeken. Die mag ie houden.
Blijft Hans over. Zijn kamer zit altijd op slot. Ik pak de reservesleutel. Voor noodgevallen mag ik erin. En ontvoering is een noodgeval.
Bij de eerste blik zie ik ze al liggen en staan, mijn baby’s. ‘SexPower’ van Kim Holland (eigenlijk heet ze Yvonne Meulendijk-Van Zelderen, maar dat klinkt zo on-sexy) ligt opengeslagen op het nachtkastje, met een plakkerige vlek op bladzijde 98. Blijkbaar wil Hans ook weten wat vrouwen op seksgebied zoal denken. Mijn wijnbijbel steekt in de spleet van zijn luie stoel en ‘Giph’ prijkt bovenop de staande lamp, met een schroeiplek aan de onderkant. Jemig, Hans, hoe onnozel kun je zijn?
Ik graai mijn oude PaperBlank met zelf geschreven ‘heel erg privé’ verhalen van zijn bureau. Hoe is het mogelijk dat hij dit alles al zo lang ongestoord heeft weten te ontvreemden? Innerlijk ga ik door het lint. Ongewild maken mijn handen imaginaire wurgbewegingen rond Hans’ nek.
Dan zie ik hem. De kring van een wijnglas. Een wijnvlek, pontificaal op de titelzin van mijn sublieme stuk ‘Doe wat je wilt, schat, maar doe het met jezelf en niet met mij’. Lange titel, geef ik toe.
“Wat doe jij daar?”
Een schok van schrik schiet door me heen als ik Hans in de deuropening zie staan. Betrapt.
“Mijn baby’s redden uit jouw wijn- en spermaklauwen, boekenbruut!” grom ik getergd.
“Maar ik heb ze nog niet uit!” roept Hans beledigd.
“Kan mij ‘t bommen. Deze zijn van mij! MIJN boeken, MIJN verhalen, MIJN schatten.”
“JOUW muren, JOUW toilet, JOUW bankstel. Mag ik hier dan nog wel wonen? Ik leende ze enkel maar even, hoor. ‘k Wist niet dat je kwaad werd, Bert.”
Toen ging ik ook uiterlijk door ‘t lint.
Enfin. Lang verhaal kort: vanaf nu vraagt hij braaf vooraf. Dan mag hij één boek per keer lenen en stipt na drie weken in perfecte staat terugbrengen. Voor elke dag te laat bereken ik één fles wijn (want dat doet Hans pijn). En ik ben happy: ik heb altijd al bibliothecaris willen worden.