Kinderfeestjes zijn de hel op aarde.
Of eigenlijk niet de feestjes, maar voornamelijk de deelnemende kinderen.
Stuk voor stuk versuikerde hoopjes stuiterbal met los hangende kaken en een volumeknop die niet meer op mute kan.
Laatst ging ik bowlen.
Samen met mijn vrouw, zonder Draken. Want tijd voor elkaar en zo.
De baan naast ons was gereserveerd. “Gefeliciteerd met je 10e verjaardag, Jaybowney”, stond er op het kaartje, midden van de tafel.
Maar verder was het rustig.

Bron: Pixabay
Terwijl mijn vrouw mij weereens volledig inmaakte zag ik vanuit mijn ooghoek een troep kinderen aan komen rennen.
Een moeder zwalkte er tussendoor, gillend dat iedereen “rooi skoen” (rode schoentjes -red.) aan moest trekken. Ergens achter haar zag ik een vader vol wallen aan de bar zijn eerste halve liter bier bestellen.
De kinderen van het feestje luisterden niet naar de overspannen vrouw.
Zij schoven zichzelf over de baan, eisten kauwgom en chips en ze grepen alle vindbare bowlingballen. Met hun vettige poten.
De uitbaters van het bowlingcentrum probeerden met ranja de roedel herrieschoppers rustig te krijgen, met averechts effect.
Aan de bar zag ik papa halve liter nummer twee naar binnen gieten.
Ik probeerde mij rustig te houden.
Ik was immers weg met mijn vrouw. Tijd voor elkaar en zo.
Maar het geschreeuw, het geslurp en het gesmak maakte mij rijkelijk gefrustreerd.
Het had invloed op mijn bowlingkwaliteiten, want ik gooide elke bal in de gleuf naast de baan.
Mijn vrouw roste de ene na de andere strike uit haar bevallige pols. Zij is kinderen gewend.
Op de tafel naast ons werd friet neergezet.
Zakjes mayo werden open gespoten, appelmoes richting mama gegooid en er werd ketchup ge-eist. Maar de rode saus was op. Waardoor de groep feestgangers het maar een stom kutfeest vonden.
Papa knaagde aan een portie bitterballen en hij goot deze weg met halve liter nummer 3.
Mama zag ik een beetje huilen.
En toen flikkerde Jaybowney een bal over mijn baan.
Ik keek hem aan. Hij mij.
Met een rijkelijk brutale blik.
Volwassen als ik ben stapte ik naar de moeder van het jarige mormel. Ik legde haar de situatie uit en ik vroeg haar tegelijk of ze een beetje rekening kon houden met de rest van de bowlers; het volume en het rennen van de kinderen stoorde ietwat.
Toen kreeg mama het voor elkaar om boven het geluid van de kinderen te komen.
Ik zie de vader opkijken. Richting mij.
Hij giet halve liter nummer vier naar binnen en hij probeert –woedend– van zijn kruk te komen.
Dan flikkert hij over zijn eigen Crocs en in een reflex poogt hij zichzelf aan zijn glas vast te houden.
Deze breekt in duizend stukjes op het moment dat hij de kaalgeschoren schedel van papa raakt.
Bloed spat alle kanten op en de kinderen beginnen fanatiek te schreeuwen dat ze nu in ieder geval ketchup hebben.
Mama krijst een ambulance richting bowlingbaan, de kinderen worden door papa’s en mama’s binnen een kwartier opgehaald en 20 minuten later is de rust wedergekeerd.
Ik gooi direct mijn eerste en enige strike.
Hoera!
Als ik wil afrekenen krijg ik een uur bowlen van het huis aangeboden. Als tegemoedkoming voor alle gedoe.
Mooi.
In februari is mijn Draak jarig. Wedden dat ze wil bowlen?
Dit soort stukjes lees ik graag. Heel leuk.
Nog twee kleine collegiale correcties:
Bij ‘portie’ ontbreekt een ‘r’, maar die vind je terug bij ‘averechts’ . Daar staat er eentje teveel. 😉