
Bron: Pixabay.com
Hollandse nuchterheid. Ooit een begrip en vooral een positieve karakterbeschrijving van de inwoners van dit kouwe kutlandje aan de Noordzee.
Hardwerkende mensen die zich de kaas niet van het brood lieten eten, vooruitstrevend waren in hun denken en andere mensen in hun waarde lieten. En ook anders denkende mensen in hun waarde lieten.
Dit kenmerk kwam vooral tot uiting in de grote mate van diversiteit aan christelijke geloven, stromingen en bewegingen die er waren en deels nog steeds zijn. Iedereen kon redelijk ongestoord zijn of haar gang gaan, zelfs in de politiek.
Deze ruimdenkendheid kwam destijds overwegend voor in de randstad en dan met name in en rond de grote steden, waar de meeste vooruitstrevende, vaak linkse mensen vandaan kwamen.
Bekrompenheid daarentegen was vooral iets van de provincie en het platteland.
Waar in Amsterdam de Surinamers en Antillianen al lang onopgemerkt de straat over gingen, werden deze mensen in Hoogezand-Sappemeer, Heerlen, Losser, Heinkenszand of De Lier nog nagekeken alsof ze een Derde Wereldwonder vertegenwoordigden.
Maar ook in de provinciesteden werd links gestemd. Vooral op de PvdA. Het waren vaak rooie bolwerken, omdat er vooral laaggeschoolde arbeiders woonden die in deze partij(en) hun enige stem meenden te vinden, die hun financiële en sociale positie zouden kunnen verbeteren.
Het linkse gedachtegoed werd via de publieke omroepen, met name de VARA, VPRO, KRO en de NOS verder verspreid via radio en tv. Niet alleen in nieuwsrubrieken of politieke uitzendingen, ook in talkshows met vooraf goed doordachte gasten. En zelfs via kinderprogramma’s en heel ongemerkt ook in die o zo gezellige zaterdagavond spelletjes en quizjes.
Zo werden de provincialen steeds meer vergiftigd met een boodschap die allang niets meer te maken had met essentie van een arbeiderspartij. Steeds meer begon een groep mensen, zichzelf later “BN’ers” noemende meisjes en jongens, de geesten van de ook reeds enigszins benevelde nuchtere Hollander te beïnvloeden.
Een aantal van deze BN’ers noemde zichzelf intellectueel. Wat zoveel betekent als “hoeder en voortbrenger van de cultuur”. Hun cultuur, dan welteverstaan. Tegenwoordig noemen we deze groep “grachtengordelbewoners”.
Meestal “links”-denkende mensen met een bankrekening waaruit blijkt dat ze alle contact met de echte wereld allang zijn verloren. En vinden dat je de schijn op moet houden, door zogenaamde maatschappelijk betrokken columns te schrijven, je als advocaat veelvuldig door Matthijs of Jeroen te laten uitnodigen of, als je toch niet zo’n grote BN’er bent, een clubje gaat oprichten met de creatieve naam “Zwarte Piet is racisme”. Wordt er toch nog over je geluld. Zelfs in de provincie.
Ik heb zelf nog nooit gehoord van sommige mensen uit deze club; Renske de Greef, Nasrdin Char of Mathijs van de Sande Bakhuyzen. Wel van Tofik Dibi. Maar hij was dan ook al ooit de bekende uit-de-kast-komende Zwarte Piet van de sekte van Jesse. “Zwarte Piet is racisme” staat onder de bezielende leiding van ene Georgina Verbaan, die zelf ooit één aflevering leuk was in GTST en na Jort Kelder blijkbaar volledig de weg is kwijtgeraakt. Ze is de witte variant van S.S., wiens volledige naam we niet meer mogen noemen op straffe van een rechtszaak.
Na 60 jaar naoorlogs socialistische progressiviteit, kunnen we constateren dat de nuchterheid geen privilege meer is van de Hollander in de randstad, maar van de Nederlander in de provincie en op het platteland. Zoals een inwoner van Dokkum zo treffend zei, toen die bus vol subsidiesponzen uit Amsterdam kwam protesteren tegen Zwarte Piet: “Ze hebt studeert in New York of God mag weet’n woar, maor ze weet’n niet eens waor Dokkum ligt”.
In de rest van Nederland is Zwarte Piet gewoon Zwarte Piet. Er wonen nuchtere mensen, die niet racistisch zijn, niet discrimineren en vooral niet zo bekrompen denken dan die intellectuele en zelfverklaarde BN’ers.
Maar de meest ontnuchterende boodschap kwam deze week vanuit een internationale basisschool in Breda (provincie Noord-Brabant, red.). Daar blijken zelfs buitenlandse leraren (én ouders én kinderen) geen enkel kwaad te zien in Zwarte Piet. “They are climbing into the houses and put the pepernoot in our shoes”.
De randstad is dus niet alleen de provincie van Nederland, maar van de hele wereld geworden.