Ik werd wakker omdat je weg was. Er lag geen warm lijf meer tegen me aan. Het is hier niet koud, in dit land van palmbomen en olifanten. Maar door de warmte die je huid uitstraalde, lijkt het nu alsof dertig graden fris is. Ik ben niet thuis. Dit is de zoveelste hotelkamer. Het duurt even voordat ik precies weet waar ik ben.
Al knipperend met mijn ogen hoor ik de douche lopen. Tevreden rek ik me uit. De avond begint te vallen. Schemering probeert mijn ogen voor de gek te houden met schaduwen en schimmen, de lucht roodbloedt van de ondergaande zon. Ik zoek naar mijn sigaretten. Mijn blik valt op je lijf. Je lacht naar me en gaat door met je haren wassen.
Dit land staat vol met bezienswaardigheden. Maar niks is zo mooi als jij nu bent. Je lichaam bruin van de zon en glimmend van het water. Je ogen groot van het lachen. Omdat we vanavond gezellig gaan eten, zoek ik ook mijn telefoon, even een plaatje aanslingeren om in de stemming te komen.
Ik heb een muziekje aangezet, dan hoor je dat ik echt wakker ben. Dan weet je dat ik niet weer meteen in slaap ben gevallen. Met mijn handen op het balkon sla ik de avond gade. Het is hier erg druk. De stad is een grote mierenhoop vanaf deze hotelkamer. Gelukkig creëert de hoogte een afstand tussen de toerist en de mensen die terugkomen van hun werk. Ik steek een sigaret op. Terwijl ik dat doe, moet ik lachen. Sta ik hier te bewegen op Duitse techno, op een balkon in Thailand. Vrijwillig aan het dansen.
Ik heb me in lange tijd niet zo goed gevoeld. Ik ben zo blij dat jij erbij bent.
Prachtig! Mooi sfeerbeeld schep je… 🙂
Verdorie, nou heb ik meteen weer zin in een sigaret.