
Bron: Pexels.com
Na Schiele, Breitner, Balthus en Klimt dreigt nu ook Picasso langs de lat van #metoo te worden gelegd. Iedere kunstenaar met een onfrisse geschiedenis met vrouwelijke modellen, tijdelijke partners of minnaressen, is op z’n minst verdacht of al aan de 21e eeuwse schandpaal genageld. Zijn schilderijen plotseling als twijfelachtig of ongepast aangemerkt.
Werk dat decennialang als topkunst werd bestempeld, dreigt – wanneer we niet oppassen – als pornografie of ‘fout’ naar de diepste krochten van de musea te worden verbannen, hun makers verguisd en postuum veroordeeld.
Onze nieuwe norm op alle cultuur die de westerse wereld heeft voortgebracht, wordt bindend verklaard. Het werk laten we naadloos samenvallen met de maker.
Zijn de films van Woody Allen minder smakelijk vanwege zijn vermeend smakeloze historie?
Ik kan genieten van de romans van W.F. Hermans zonder me voortdurend bewust te zijn van zijn wrede en autistische karaktertrekken en de agressie waarmee hij bijvoorbeeld een Kees Buddingh de vernieling in heeft geholpen. De donkere kamer van Damocles blijft een geweldig boek.
In onze drift het verleden te kuisen, wekken we de indruk onze nieuwe tijd van alle oude en vreemde smetten te willen ontdoen, het boetekleed aan te trekken voor iedere misdaad of faut pas door een vorige generatie begaan – en met hun overblijfselen de put van ons schuldgevoel te dempen. Zodat we gereinigd in ieder geval onszelf een absolutie kunnen geven; wij staan aan de goede kant van de geschiedenis.
Sportartsen, filmproducenten, politici, iedere machtswellusteling die zijn positie misbruikt ontmaskeren en uit het openbare leven verwijderen, terecht. Maar ik pleit ervoor om met kunstwerken en hun makers wat voorzichtiger om te springen.
Maar ja, Lucebert dan en zijn onlangs ontdekte antisemitische sympathieën? Of het misbruiken van Afrikaanse modellen door de schilder Klashorst? Daar stokt het even waar het mijn ruimdenkendheid betreft. Daar mag wel weer een halve eeuw of meer overheen gaan.