De wielen hobbelen over de stoeptegels. Ik doe de klep open en tuur nog even in de groencontainer om te checken of het echt enkel groen is, wat er in zit. Ja, zo braaf ben ik. Ik staar in het ene poppenoog van Liesje. Het andere oog ontbreekt. Liesje is de geboortepop van Simone, al dik 10 jaar haar liefste popje. Wat doet Liesje in de groencontainer? En waar is haar oog gebleven? Ik vis Liesje tussen de preiresten vandaan. Straks na school eens even verhaal halen bij Simone.
Terwijl ik de kliko aan de straatrand zet, graaf ik in mijn geheugen of ik in de knutseldoos nog ergens een reserveoog voor Liesje heb. Een donorpoppenoog! Dat zou wat zijn. Dan plak ik dat ding erin met secondelijm en is Liesje weer zo goed als nieuw. Door het donoroog moet ik ineens aan Manon denken. Manon zat bij mij in de zesde klas basisschool. Ik was stiekem smoorverliefd op haar. Manon was mooi. En lief. En sociaal. En slim. En ze keek altijd zo schalks naar mij.
Maar Manon is er niet meer. Ze had een donornier nodig. Haar familie was ongeschikt voor donatie bij het leven. De nier kwam niet. De wachtlijst was te lang. Ik snapte het destijds totaal niet, en ik snap het nu nog steeds niet. Een nier, die moest toch makkelijk te krijgen zijn? Als je nu een nieuw hart nodig hebt, ja, dat is wat anders. Dat is lastiger. Maar een nier? Iedereen heeft er zelfs twee, nota bene!
Ik snap die hele commotie rond die nieuwe donorwet dus óók niet. Is toch prachtig zo? Eindelijk een einde aan het tekort. In de buitenlanden hebben ze al tig jaren een dergelijke opt-out donorwet. Wil je niet, om wat voor reden dan ook? Zeg je nee. Dat kan en het is je goed recht. Maakt het je niks uit? Hoef je ook niets te doen. Spanje, Frankrijk, België, Oostenrijk, Italië, in tig Europese landen is de wet zoals die nu in Nederland ook wordt. Al dat gelul over grondrechten en die kulargumenten over ‘zelfbeschikking over het menselijk lichaam’, een lichaam dat nu in één klap ‘in de grijpgrage handen van de totalitaire staat’ zou zijn. Bla bla bla. Hadden we die wet maar gehad toen Manon nog leefde. Misschien was ZIJ dan nu wel mijn vrouw geweest. En ik niet verlaten.
We zaten allemaal in een kringetje om Manon heen, op onze houten stoeltjes. Manon keek iedereen in de kring aan en haar glimlach werd groter toen onze blikken zich aan elkaar ketenden. Ze keek alleen nog naar mij. Hemels. Ik staarde verliefd terug en mijmerde over een huwelijksaanzoek. Een traan biggelde langs haar neusvleugel naar haar lippen toen ze haar ogen uiteindelijk toch maar neersloeg.
Manon vertelde dat ze vanaf nu niet meer naar school zou komen. Dat ze nu altijd in het ziekenhuis moest blijven om te dialyseren. Dat ze daar in haar eentje les zou krijgen. Als ze dat zou willen. Wij vonden het maar een wat moeilijk woord; het klonk als mediteren met dia’s. Wat al die gezondheidsgoeroe’s deden. Het moest wel iets goeds zijn, dat dialyseren.
Mijn lieve Manon legde het met veel geduld uit. Dat haar nieren stuk waren en dat ze haar eigen bloed dus niet meer schoon kon maken. Daarom moest de ‘dialysemachine’ dat voor haar doen. De juf vroeg of we dat woord konden spellen. En wij brulden gedwee: “Deeee, ie-ie-ie, eeee, jeeee, aaaaah…” Juf stak haar hand op en pakte een krijtje en schreef het imposante woord op het bord. En wij waren er stil van.
Manon ging weg. In het ziekenhuis ben ik één keer bij haar geweest. Ik heb zelfs haar hand vast mogen houden. Ik was bang dat ie alleen door mijn vastpakken al zou breken, zo teer was ze. Ze kwijnde weg, wachtende op een wonder dat ‘nieuwe nier’ heette. Het wonder kwam niet. Ik heb mijn Manon nooit meer gezien. Dag Manonnepon.
Enfin. Ik ben blij met die nieuwe donorwet. Ik ben verdrietig dat we die wet niet veel eerder doorgevoerd hebben. Prima dat ‘die boze, boze overheid’ mijn lichaam krijgt als ik dood ben. Hersendood is ook dood. Iedereen kan wel lekker lullen over grondrechten en zelfbeschikking, maar het gaat hier om het échte leven en niet om het theoretische leven. Het leven dat dóórgaat, na mij. En ook na jou. Het is alleen maar heel fijn dat de Manons van tegenwoordig een grotere kans hebben om gered te worden. Dan kunnen ze langer samen zijn met hun (toekomstige) geliefden.
Dus, beste overheid, neem mij. Het mag. Donder mij maar in de groencontainer. Pak van mij wat je wilt. Kan mij het bommen. Als mijn organen mensen redden, blijf ik niet alleen tot IN den dood, maar zelfs tot NA den dood. Wat is er nu méér vaderlandsgetrouw en waardevol dan dat?
En hoe gaat het met Liesje? Is ze het hachelijke avontuur goed doorgekomen?
De secondenlijm heeft haar werk gedaan. Liesje ligt nu bij te komen, ergens achterin de kast van Simone. Ik denk dat, wanneer Simone 22 is, Liesje wel (in ere) hersteld is.
Ha ik heb ook een Liesje. Met beide ogen nog. Wel minder haar dan ze had, ik heb om de 1 of andere reden een keer een hele rij eruit getrokken. Ja, kleine meisjes kunnen best sadistisch zijn!
Grote meisjes ook 😉
Goed stuk man, top.
Dank!
Hersendood……is dat ook dood? Is dat echt zo? Stel ik ben donor: En hersendood, want ik zeg niets meer terug en nog zo wat testjes waar ik niet op reageer. Hup, oogsten die organen. Snel, snel! En wel onverdoofd opereren, want dat is beter voor de kwaliteit van de organen. De donor “voelt” toch niks. Zeker weten? Snel, snel! Zo kunnen we levens redden. En zakken vullen. Organen zijn big business. En vergeet niet; last but not least; oogst het kloppend hart……
Ingeborg, lees dit eens? https://www.transplantatiestichting.nl/medische-procedure/donatieprocedure/orgaandonatie/als-de-donor-hersendood (ja, de transplantatiestichting; zul jij waarschijnlijk niet als ‘betrouwbare bron’ zien, maar hier staat het nu eenmaal erg goed uitgelegd).
Hersendood IS dood. Men denkt nogal eens dat enkel een hartstilstand ‘dood’ is. Maar een hart kan ook in een overleden persoon nog kloppen, als machines het aan de gang houden. Toch is die persoon officieel dood. Er zijn verregaande protocollen in NL, waarbij meerdere artsen onafhankelijk van elkaar het overlijden van de persoon vast moeten stellen. Niks ‘snel snel’, niks zakken vullen. Jouw visie op dit aspect van de gezondheidszorg (die overigens best wat te wensen overlaat), is een extreem pessimistische, cynische visie. Hersendood is een synoniem voor ‘overleden’, of daarbij het hart nog pompende wordt gehouden, doet er niet toe.
Het is wachten op het eerste bedrijf dat hier op inspringt. Organenveiling.nl
Nou, spring in dat marktgat, Remco!