Je moeder was er falikant op tegen. “Eet nou eens wat meer verse groenten jongen!” Het galmt nog na met de echo van een lege stationshal. Vers eten, dat lijkt teveel op planten. Planten zijn rare wezens. Ligt het te lang in de koelkast dan verschrompelt het, wordt het slap en beginnen er onsmakelijke sappen uit te lopen. Vers wordt al gauw een synoniem voor vies. Ooit een courgette vastgepakt die al twee weken in de koelkast ligt? Als je er niet op tijd bij bent is iets dat ooit vers was oud, vergaan of verschimmeld. Wie gaat dat nou eten?
Soit, slimme kaasmakers is het met een sluw verhaal gelukt om hun verschimmelde kazen nog aan de man te brengen. Als je het maar een delicatesse noemt, dan kopen ze het wel. Daarom liggen de schappen vol met brie, camembert en stinkkaas vol met kronkelige, blauw geaderde schimmelstrepen.
Nee, dan de vriezer. Daar blijft je eten tenminste wat het is. Het brood dat ik er een week geleden in stopte, smaakt vandaag nog steeds zo goed als vers. Pizza’s, spinazie, snacks, rode kool, ovenfrietjes of andere olijke aardappelvormpjes zijn altijd standby. Plotseling zin in een broodje bapao bij de lunch? Geen probleem! Die haal ik hop, uit de vriezer en zie ik amper twee minuten later dampend op mijn bord een baantje door de chilisaus trekken. Trek in groentensoep? Zo gepiept! Uit de vriezer haal ik een doosje vers ingevroren soepgroenten. De optelsom van gekookt water en een bouillonblokje doen de rest.
Nee, laat moeders maar piepen. De voordelen van bevroren voedsel waren mij al vroeg duidelijk. Dat vitamientjes bewaard blijven bijvoorbeeld. Geweldig! En waar anderen deze week vooral prat gaan op de Nationale Week Zonder Vlees vier ik vandaag het culinaire hoogtepunt dat werkelijk bijdraagt aan het zorgeloze bestaan van de mens: De Dag van het Bevroren Voedsel. Hoera!
Ik heb nog nooit een schaap gezien vol met kaas…krijg er best een raar beeld bij 🙂