
Bron: WikiMedia
Ik heb net de stemwijzer ingevuld. Best bizar. Alle verkiezingsprogramma’s naast elkaar leggen en dan kijken hoe ze zich verhouden tot jouw kijk op dingen. Het geeft vast een indicatie, maar in wezen heb je er niks aan.
Een ruimdenkende natuurliefhebber zal door dit instrument heus niet opeens ontdekken dat hij een VVD’er is. Een ‘ga terug naar je eigen land’-denker ontdekt hier niet dat hij op Sylvana Simons stemmen moet.
Zo’n wijzer is in andere situaties volgens mij veel handiger. Ik sta regelmatig voor de melkpakken in de supermarkt met de vraag welke ik moet nemen. Ze lijken allemaal op elkaar, maar er zijn ook verschillen. Vooral in prijs. Een melkwijzer zou behoorlijk helpen.
Ook bij Google-maps zou een routewijzer kunnen helpen. Soms boeit het landschap me meer dan een vlugge aankomsttijd. Of een kledingwijzer voor als ik opsta. Een mediawijzer voor een avondje op de bank.
Eigenlijk kunnen al mijn activiteiten wel een wijzer gebruiken, behalve dan mijn stemgedrag. Het lijkt me verstandiger om dat helemaal zelfstandig te bedenken. Niet dat ik zelf met hét juiste antwoord kom. Dat is er bij politiek nou eenmaal niet. Het is een compleet irrationele bezigheid. Die stemwijzer lijkt dat te ontkennen.
Een partij kan bijvoorbeeld zeggen een bepaalde visie te hebben op hondenpoep. Ideetjes waar jij het helemaal mee eens bent. Maar dan? Hoe vertalen ze dat naar jouw stoep? Zelfs voor een partij met macht ligt dat ingewikkeld.
Ons poldermodel werkt juist goed, omdat het zo wollig is. Een visie overboord gooien kan nuttig wisselgeld zijn voor een ander ideaal. Als kiezer is je gevoel daardoor veel belangrijker dan je verstand. De blik in iemands ogen is vaak doorslaggevender dan de woorden die uit een mond komen.
Zo’n wijzer is kortom geweldig, maar niet geschikt voor de surrealistische politiek.