Ongeveer anderhalve maand geleden heb ik een seksuele relatie weten aan te knopen met een nieuwbouwwijkbewoonster. Een huisvrouw: haar man heeft een managersfunctie van zestig uur per week, dus genoeg liquide middelen voorhanden, in hun huishouden.
Ik ben er eigenlijk helemaal niet het type naar om achter de rug van een hardwerkende echtgenoot zijn vrouw weg te snappen. Maar het ging té gemakkelijk. Van een vooropgezet versierplan was geenszins sprake.
Ik trof haar in de supermarkt. Ze viel me op vanwege haar modische lef. Een vrouw van begin veertig die nog een lila legging durft aan te trekken, kan mijn bewondering wel wegdragen. Haar kledingkeuze was overigens allerminst misplaatst, ze kon het kledingstuk goed hebben: het omhulde haar welgevormde benen als een lichtpaars sieraad. Ik vroeg haar waar de prei lag. Ze zei ‘dáár’, en maakte een wijzende beweging met haar middelvinger. ’Ja,’ zei ik, ‘ik heb een prei nodig, want ik ga vanmiddag een erwtensoep koken, en wat is immers een erwtensoep zonder een prei?’
‘Verse erwtensoep… hmm… daar ben ik dól op,’ sprak de knappe veertiger met het mooie figuur. ‘Je bent van hárte uitgenodigd!’, antwoordde ik op mijn beurt, en twee uur later zaten we aan de erwtensoep.
Sindsdien kom ik iedere woensdagmiddag bij haar, in haar brandschone woning, aanwippen. Niet voor erwtensoep maar voor een snelle wip. Ze vrijt gepassioneerd. Haar man maakt lange werkdagen, ik kan me voorstellen dat de arme drommel ʼs avonds behoorlijk afgepeigerd is: je merkt duidelijk dat zijn vrouw ’s nachts iets tekort komt. Ach ja, daar komen kunstschilders zoals ik, met zeeën van tijd omhanden, goed van pas…
Ik ga een schilderij van haar maken. Denkelijk een naakt.
In 2 uur erwtensoep koken……Dat is rap:-)