Hij staat buiten, na zeven jaar onterechte gevangenschap; aanhoort het heldere gefluit der vogels. Als verwelkomden zij hem persoonlijk. Een merkwaardig gevoel, te kunnen gaan en staan naar believen.
In zijn knapzak niet veel. Een handvol muntgeld. Enkele brieven van een oude vriend. Een halsketting met herinneringen. Een lei, schoon als voorheen.
Hij kijkt om zich heen. Het groene, door regenwater gezuiverde struikgewas. Een strakblauwe hemel. De weg richting station.
Zijn vrouw is te bekennen. In velden noch wegen.