Hét recept voor de totale automanie? Men neme:
– 1 alleenstaande vader c.q. ouder
– 1 puber en 1 pré-puber
– 1 auto, waar je ze alle drie – inclusief bagage en vreet- en zuiptas – instopt, voor een lange autorit wegens lang weekend weg, naar vrienden in Hamburg.
“Ik heb honger,” gilt Simone die naast me zit. “Joe, Nick! Jij bent van de bediening. Cheese, please!”
“Bedien jezelf,” bromt Nick. “Ik zit achterin omdat JIJ won met loten wie ‘t eerst voorin mocht zitten. En ik heb alleen maar worst.”
“Kaas.”
“Worst.”
“Dorst.”
“Ook worst, pap?”
“NEE! DORST!”
“Kan ‘t ook wat vriendelijker?”
“Dat zal jou worst wezen, toch?”
“Gele auto!” Simone’s linkervuist schiet naar achteren, vlak langs mijn hoofd. Zo’n suf spelletje, waarbij ze elkaar zo hard mogelijk meppen zodra ze ergens een gele auto ontwaren. Ik schrik er elke keer van.
“KAPPEN! Zo maak ik nog ongelukken!”
“Meerdere tegelijk? Knap, pap!”
“Waarom heb jij eigenlijk een automaat? Dat is toch voor ouwe opa’s en totale losers?” Nick wijst afkeurend naar mijn P-R-N-D-pook. Ah, mijn stokpaardje: automaten.
“Een automaat is véél veiliger dan zo’n ouderwetse schakelbak. Ik snap sowieso niet dat die nog steeds geproduceerd worden. Automaten zijn inmiddels zo goed ontwikkeld dat ze veel spaarzamer en milieuvriendelijker zijn dan die handmatige schakeldingen. En je hoeft niet meer als een maniak met één hand aan ‘t stuur en de andere continu op je pook te schakelen. Je rijdt dus meer beheerst en rustiger.”
“En dan nóg maak jij ongelukken als wij ernaast zitten te kloten? Helpt geen bal, zo’n automaat.”
“Oké, als jij het zegt.”
“Ik moet plassen!” roept Simone.
“Moet je niet zoveel zuipen, trut,” gromt Nick.
“Djiezus Nick, meisjes moeten nu eenmaal vaker plassen! Dat is gewoon zo! Komt doordat de plasbuis zoveel korter is en de baarmoeder op de blaas drukt. Maar dat weten stomme jongetjes als jij niet. Daar pap, tankstation. Af! AF!! Ah-af!!”
Ik rijd stoïcijns door. Die Sanifair-toiletten in Duitsland vind ik veel te duur. En ze zijn altijd nat, dus moet je alsnog hangen in plaats van zitten. Hangen kan Simone ook wel boven een gratis roestvrijstalen parkeerplaatstoilet.
“Ik plas NU op mijn stoel. ‘t Is maar dat je het weet.”
Ik weet het.
Parkeerplaats. Plassen en wisselen. Nick mag voorin.
“Maar we zijn nog niet eens op de helft,” jammert Simone, “nog minstens 10 kilometer voordat we op de helft zijn!”
Ik zucht diep en demonstratief. “Ja jemig, JIJ moest plassen?! Ik ga niet over 10 kilometer nóg een keer stoppen omdat jij pas exact op de helft wilt wisselen, maar NU wilt plassen. En kunnen jullie alsjeblieft eens wat minder kinderachtig doen? Ik word er manisch van. Dit is de laatste keer dat ik met jullie op vakantie ga. Volgende keer blijf je maar lekker bij mama.”
Ik kan ook kinderachtig doen. Ze wisselen gedwee. We rijden weer. Radio op standje lobotomie. Ik wil niks meer horen.
Simone zet haar mobieltje tegen de hoofdsteun van de bijrijdersstoel om relaxter film te kunnen kijken. Nick strekt zich uit, armen naar achteren. Mobieltje dondert in de voetenruimte. Simone gilt.
“Kun je niet gewoon eens je lichaamsdelen BIJ JE HOUDEN?!? Dit zijn ongewenste seksuele intimiteiten als jij je zo uitstrekt!”
“Ligt eraan wát hij uitstrekt,” brom ik getergd.
Helaas snappen ze mijn grapje. Gejoel.
“Bullseye, pap!!”
Mijn kinderen zijn toch volwassener dan ik dacht.