
Bron: Pixabay
“Catan” noemen we het bij ons. Dat woord “Kolonisten” komt er bij ons niet in.”
Aan het woord is Geraldine Drögefoef. Ik interview haar, naar aanleiding van het nieuws dat 999 Games gezwicht is voor de kritiek op de naam “Kolonisten van Catan.”
Zij is een van de tientallen Nederlanders die 999 Games mailde. Omdat ze aanstoot nam aan het woord “Kolonisten”.
“Je moet toch een beetje rekening houden met onze medemens.”
“Zo heb ik firma Davelaar ooit een woest bericht gestuurd,” vervolgt mevrouw Drögefoef, “Jodenkoeken is zó denigrerend voor al die mensen, die het tijdens de Tweede Wereldoorlog ook al zo moeilijk hadden.”
“Negerzoen. Ook zo’n racistische lekkernij. Wat was ik trots toen die naam uit de schappen verdween.”
Haar man schenkt nog een kopje kamillethee in.
Ik krijg er een mariakaakje bij.
“Maria heb ik van de verpakking gepeuterd,” vertelt Geraldine, “die arme vrouw. 2000 Jaar geleden werd ze onbevlekt ontvangen, en sinds jaar en dag is ze ook al naamdrager van zo’n droog stuk deeg. Alsof Maria nooit eens lekker gruizig was.”
“Maar lieverd, daarom sop ik haar toch ook lekker flink in de thee voordat ik haar langs mijn tong door mijn huig laat glijen?” Protesteert de heer des huizes. Zichtbaar geïrriteerd.
“Ach jij. als het aan jou lag zou je jezelf nog steeds zwart laten schminken. En dan lekker met een roe tegen kinderbilletjes tetsen. Vuillak!” Schmiert mevrouw Drögefoef.
“Nee hoor. Ik tets tegen de kontjes van de jonge moeders. Veel lekkerder.”
“Je bent een naargeestige man.”
“Mail me maar, stomme koe.”
“Jij bent het type volk waar Nederland aan onderdoor gaat. Jij gaat niet met de tijd mee. Tradities, daar hou je je aan vast. Terwijl het Nederland van jouw jeugd al lang niet meer dezelfde is. We móeten rekening houden met onze Medelanders.”
“Dat klopt. Maar dat doe je niet door namen van spelletjes te laten veranderen, doos. Dat doe je door samen te leven. Mét hen. Niet naast hen. Nodig de buurman nou eens uit. Práát met hem! Je kan wel achter de geraniums gaan kijken wanneer hij de deur uit gaat. Zodat je veilig naar de Appie kan fietsen. Omdat je bang bent verkracht te worden. Maar je kan hem ook eens vragen om een potje te komen Catannen.”
“Ja gadver. Dan neemt hij van die smerige baklava mee, en dan moet ik veinzen dat ik dat lekker vind.”
“JE HAD HEM NEGERZOENEN KUNNEN SERVEREN!”

Bron: Pixabay
Haastig slurp ik de kamillethee naar binnen en grijp ik mijn jas.
Ik mompel een smoesje en fiets zo snel ik kan naar huis.
Samen met mijn dochter speel ik een spelletje.
“Mens, erger je niet.”