Ik heb ’t te pakken voor mijn Koningin,
Het is slechts háár die ik bemin;
Welk een elegantie, gratie, stijl:
Eén zwierige zwaai van haar koninklijke rokken
En ik ga voor de bijl;
WimLex, Waarde Koning, tel Uw zegeningen, dag na dag,
Voor ons, het gepeupel, haar niet te mogen beminnen
Is een hard gelag.