Gezellig is het niet in de natuur. Een willekeurige psychopaat heeft meer empathie in zijn donder dan moeder natuur. Niets onnatuurlijks aan koeien, paarden en herten die tegen de klippen op gaan jongen als er genoeg te eten is, en massaal doodgaan als alles op is.
Gooi een emmer kikkers leeg midden in de Sahara en binnen een uur zijn ze geroosterd. De natuur steekt geen hand uit. Laat je hulpbehoevende moedertje achter in een verpleeghuis zonder personeel en je kan binnen een paar dagen je erfenis ophalen.
De logica van de natuur is onverbiddelijk: wat niet tegen de omstandigheden is opgewassen, wordt opgeruimd. De wet van de jungle, het recht van de sterkste. Als ze niet doodgingen, de konikpaarden, heckrunderen en herten in de Oostvaardersplassen, de kikkers in de Sahara of je moedertje in Huize Avondrood, dat zou pas onnatuurlijk zijn! Alles wat je kan verzinnen is beter dan de natuur. Meer empathie, socialer. Maar ingrijpen is onbegonnen werk.
In de lente als alles groen is en de vogeltjes kwinkeleren dat het een lieve lust is, lijkt het best een vrolijke boel. Maar schijn bedriegt, de natuur is slordig met al het jonge leven. De meeste vogeltjes die net uit het ei komen, halen de zomer niet. Al zouden we al die pasgeboren vogeltjes willen redden van de stortvloed aan gevaren die ze voorgezet krijgen, er is geen beginnen aan!
En het zijn niet alleen vogeltjes. Wat denk je van zieke en nooddruftige konijnen, egels of zeehonden? O ja, zeehonden redden we wel als de natuur ze in de steek laat want die zien er zo aandoenlijk uit. Aandoenlijkheid is ook een overlevingsstrategie. Als er mensen in de buurt zijn.
Bemoei je je eenmaal met de natuur, dan zit je eraan vast. Sinds we uit de wolf de hond hebben geschapen is de trouwe viervoeter onze zorg. Ga je twee weken op vakantie dan bind je je hond niet aan een boom. Je neemt hem mee of je scheept een ander op met het verzorgen van het natje en het droogje van het beest. ‘Zo werkt het nu eenmaal in de natuur’ is geen excuus. Als mens kan je morele kwesties niet negeren. Maar zo denkt niet iedereen erover!
In de Oostvaardersplassen is ingegrepen om een landschap te creĆ«ren waar vogels het goed in doen. Een ‘zo natuurlijk mogelijk beheer’ moest het worden. Het was tot daaraan toe als de plannenmakers er genoegen mee hadden genomen hun droom zo natuurlijk mogelijk te laten ogen. Koeien en paarden ogen natuurlijker dan grasmaaiers uit de fabriek, dat is al een hele winst.
Maar natuurlijk ogen was niet voldoende voor de plannetjesmakers. Ze wilden de natuur in al zijn wreedheid vrij baan geven in de postzegel cultuurlandschap die ze hadden bedacht. Park noemen we dat normaal gesproken. Ze waren vergeten dat je verantwoordelijk bent voor de gevolgen als je ingrijpt. Ze missen standgevoel.
Ze hebben het net zo slecht gedaan, de pleitbezorgers van de natuur. Ze hebben het vee in de winter laten verhongeren, precies zoals het in het echt gaat. Het enige beheeralternatief dat rest is hongerende dieren doodschieten. Bijvoeren is geen beheeroptie. Hoe meer je voert, hoe meer dieren er komen en die kunnen nog steeds nergens heen. Tenzij we de Oostvaardersplassen als een biologisch boerenbedrijf gaan beschouwen. Met dat scharrelvee zouden ze vlees kunnen produceren dat met drie diervriendelijke sterren in de supermarkt komt te liggen. Die natuurdroom was een nachtmerrie.