Mensen van kleur, zo laten ze zich tegenwoordig noemen. Dat is hun goed recht! En het voelt inmiddels normaal, zoals letterlijk alles normaal kan voelen, als je er eenmaal aan gewend bent. Iemand een neger noemen voelde ook ooit normaal. Maar negers willen allang geen negers meer genoemd worden, dus respecteerden wij (blanken) dat. En nu klinkt neger raar, omdat we eraan gewend zijn geraakt dat het niet gezegd mag worden.
Ondertussen bleven wij blanken heten. Omdat wij dat wilden. Of eigenlijk omdat bij ons de behoefte ontbrak om er iets aan te veranderen, wat op hetzelfde neerkomt. Niet dat ‘blank’ omschrijft hoe we eruit zien, maar wat doet dat ertoe als het werkt? Wij weten wie ‘mensen van kleur’ zijn en zij wie wij zijn.
Maar nu is er iets geks aan het gebeuren, voor het eerst zijn wij ook bezig met een naamsverandering, we worden geacht witten te gaan heten in plaats van blanken. Niet omdat wij dat willen, maar omdat ‘zij’ dat willen. Althans de Anousha Nzumes onder hen. Het komt er nu dus op neer dat ‘zij’ willen bepalen hoe ze zelf genoemd worden, wat verdedigbaar is, maar nu ook hoe wij genoemd worden. En dat is minder verdedigbaar. Inconsequent namelijk. Eigenlijk een nieuwe vorm van kolonialisme, cultuurkolonialisme. De kolonisator van de geest weet altijd alles beter.
We hadden voet bij stuk kunnen houden, maar de NOS en de Volkskrant zijn al om. Zoals slechte ouders die hun drammende kinderen hun zin geven, in de hoop dat het gedrein en gezanik dan stopt. Vergeefse hoop natuurlijk, weten we sinds de slag om Zwarte Piet.
Begrijp me goed, als ik daar iemand een plezier mee kan doen, ben ik echt wel bereid om na te denken over een alternatief voor blank. Want dat woord slaat natuurlijk nergens op. We zijn niet blank! Maar we zijn ook niet wit! Dus dat is lood om oud ijzer. Wat dan wel? Nu de geest uit de fles is, realiseer ik me opeens dat wij blanken eigenlijk meer aanspraak kunnen maken op de term ‘mensen van kleur’ dan ‘zij’.
Want ga even na: die kleur in ‘mensen van kleur’ dat is er eigenlijk maar een, en niet eens een kleur uit de regenboog. Bruin! Bruin met soms een piepklein beetje van een echte kleur erdoorheen. Oostaziaten een wat gelig bruin. Bij mensen uit het Midden Oosten en uit Noord Afrika zit er een tintje groen door. Olijfkleurig heet dat. Alle andere Afrikanen doorlopen het hele spectrum van licht- tot donkerbruin. Bij indianen heeft het bruin weer iets roodachtigs. Vijftig tinten bruin, al met al.
Daar gaan wij blanken met het grootste gemak overheen. Als we na een lange grauwe winter eindelijk bijna echt blank (of echt wit) zijn, verhelpen we dat op de eerste zonnige dag door zonder smeren in de zon te gaan liggen. Binnen een uur zijn we knalrood! Daar kan elke indiaan een puntje aan zuigen!
Niemand die zich tegenwoordig een mens van kleur durft te noemen krijg het voor elkaar zo geel en groen te zien als een blanke die iets verkeerds heeft gegeten of die zich ergert (aan Anousha Nzume bijvoorbeeld). Als we het koud hebben trekt onze huid pimpelpaars weg en als we klappen gekregen hebben, zijn we bont en blauw. Echte regenboogkleuren, niet smoezelig vermengd met bruin. Kom daar eens om bij Anousha Nzume! En in de zomer steken we zelfs wat bruin betreft heel wat zogenaamde mensen van kleur naar de kroon!
Ik ben om, ik noem me voortaan een mens van kleur. Omdat ik dat wil! Dan moeten ‘zij’ zich maar bruin noemen. Of zwart als ze dat liever hebben. Desnoods neger. Alles is mij best, behalve ‘mensen van kleur!’ Want dat zijn wij!
De aanduiding “blank” heeft een veel minder negatieve connotatie dan “zwart”.
Dat is de reden dat negers/ zwarten/ mensen van kleur “wit” prefereren, het liefst in combinatie met “boos” en “man”. Om de connotaties wat dichter bij elkaar te brengen.
Ik verzin dit niet. Het is geen slechte grap. Dit is de verklaring die Jurgen van den Berg op Radio 1 gaf, naar aanleiding van vragen van luisteraars.
Welk argument er ook voor verzonnen wordt, het is altijd vergezocht.