Als je het hier niet zou lezen, is de kans klein dat je het meekrijgt. Bij gebrek aan oranje gekleurde prullaria in supermarkten en dito slingers in volkswijken zeggen we het nog maar eens: vandaag begint in Rusland het WK Voetbal. Inderdaad, hét mondiale voetbaltoernooi waar eens per vier jaar wordt gestreden om de befaamde goudgekleurde FIFA-wereldbeker.
Het zal dit jaar voor ons Nederlanders een WK worden zoals geen ander.
Want mocht je het gemist hebben: ‘we’ doen deze keer niet mee.
Net als op het EK van twee jaar geleden zijn we vooraf gewogen en te licht bevonden. Een schrale troost is dat Nederland niet de enige schlemiel is. Ook Italië, een voetbalmogendheid van de A-categorie, ontbreekt.
Wie er wel mee doen? Tja. Ik noem een IJsland. Costa Rica. Servië. Panama, voor wat het waard is. Maar de leeuw staat deze zomer in zijn spreekwoordelijke hempie. Beseffen jullie wel dat er een hele generatie opgroeit voor wie nationaal voetbalsucces iets uit de overlevering van sterke verhalen is?
Je proeft hier niet de frustratie van een sportliefhebber. Hoewel… misschien toch een beetje. Want ik mis die oranje saamhorigheid. Dat zij aan zij met wildvreemden staan schreeuwen naar een of ander groot scherm waar de wedstrijd op wordt getoond. Het scanderen van namen van jongemannen die het letterlijk tot nationale held schoppen. Je stem schor zingen op een mee-deiner van Wolter Kroes. Moeten we verdomme wéér twee jaar wachten tot het volgende toernooi. Als ‘we’ dat al halen, tenminste.
Ik woon gelukkig in België en kan voor de Rode Duivels supporteren maar het is toch niet hetzelfde……..
Ja toch! Die support ik stiekem ook!
Ik geef eigenlijk niks om voetbal, maar de EK’s en WK’s hebben wel wat.
Zelfs nu volg ik het en kijk bijna elke avond naar de laatste wedstrijd van die dag. Is toch anders: want hoewel je bijna automatisch gaat zitten duimen voor een ploeg, meestal de underdog, haal je je schouders op als die verliest.
Die Zwitsers bleven trouwens prima overeind tegen Brazilië. Indrukwekkend.