Ze zal er wel spijt van gekregen hebben, die caissière van Albert Heijn. Had gedacht gauw klaar met me te zijn. Ik had alleen een netje perssinaasappels op de band gelegd, dus waarom zou ze zich al die rompslomp op de hals halen die het gevolg kan zijn van de vraag naar de bonuskaart? Ze vroeg er dus niet naar. Maar ik was vastbesloten mijn bonuskaart te laten scannen dus die stak ik haar op eigen initiatief alsnog toe.
Met nauwelijks verholen tegenzin haalde ze het ding dan toch maar langs haar bonuskaartscanner. Ik wil niet beweren dat ik het met eigen ogen heb zien gebeuren, maar ze moet net ervoor stiekem een van de bedrijfsbonuskaarten (waarvan er bij elke kassa één stand-by is voor klanten die de hunne niet bij zich hebben of er helemaal geen hebben) hebben laten scannen.
Het display van de kassa negeerde mijn bonuskaart namelijk straal. Geen bonus, bleef in het scherm staan. En dat klopte niet, wist ik. Ik was juist nog even naar Albert Heijn getogen om op de valreep een extra netje met bonus te scoren. Met het warme zomerweer gaan die er meer dan gemiddeld doorheen. Het was een persoonlijke bonus, iets waar je bij een bedrijfsbonuskaart naar kan fluiten!
‘Er zit een persoonlijke bonus op,’ sprak ik tot de caissière, haar strak aankijkend. ‘Ik zie hem niet staan!’ Ik zag bij het meisje het besef doordringen dat ze misgegokt had en ze nam manmoedig haar verlies. Ze moet instinctief begrepen hebben dat ik tot het slag mensen behoor dat zich geen knollen voor citroenen laat verkopen. ‘Dan halen we hem er nog een keer langs,’ zei ze met een vermoedelijk als glimlach bedoelde grijns op haar gezicht.
Ze scande hem inderdaad voor de tweede keer. Maar het was me niet ontgaan dat ze voorafgaand aan die handeling haastig de toetsen op haar toetsenbord bespeelde, iets wat ze de eerste keer dat ze mijn eigen kaart scande achterwege had gelaten. Die keer dat ze dat met zichtbare tegenzin deed, herinnert u zich nog dat ik dat schreef?
Er was maar een verklaring voor dat stiekeme gedoe op haar toetsenbordje: ze wiste de sporen van de bedrijfsbonuskaart. Het was die bedrijfsbonuskaart die de eerste keer mijn eigen kaart de voet dwars had gezet en me op die manier de bonus op de sinaasappels (€0,69) door de neus dreigde te boren. Dat was toen mijn caissière nog hoop had me met lege handen weg te kunnen sturen. Al wil ik beslist niet beweren dat ze wist wat er op het spel stond. Het zal vast gewoon gemakzucht zijn geweest, niets ernstigers.
Maar goed, om een lang verhaal kort te maken, opeens verscheen mijn persoonlijke bonus op het display, het bewijs dat ik al die tijd in mijn recht had gestaan. De aanhouder wint! Eigenlijk wel zielig voor de caissière, door mijn volharding had ze tot maar liefst drie keer aan toe een kaart langs de scanner moeten halen. En nog zo wat.
Het is beslist niet dat ik me niet kan verplaatsen in de dagelijkse problematiek van deze beroepsgroep. Er moeten van die klanten zijn die die verdomde bonuskaart op het moment suprême niet bij de hand hebben. En dan hun fifteen minutes of fame invullen door in andermans tijd onverstoorbaar alle vakjes van hun tas en alle zakken van hun kleren binnenstebuiten te keren op zoek naar het verdomde stukje plastic.
En ja hoor, dan komt uit het allerlaatste zakje eindelijk de gewraakte kaart tevoorschijn! Triomfantelijk kijkt de klant in het rond. Hebbes, roep hij jolig! Bij de wachtenden achter hem in de kassarij staan de gezichten inmiddels allang op onweer. Dus ik snap het scenario dat het kassameisje hoopte te voorkomen. Maar ze moet van betere huize komen om me mijn bonus door de neus te boren!
Wat ouderwets, bij mijn Appie scan je je bonuskaart gewoon zelf 🙂