(Scroll down for English version)
Er zijn heel wat beroemdheden die zich zijdelings van hun hoofdactiviteit bezig houden met het maken van kunst. Zo hield Beatrix al toen ze nog koningin was zich bezig met het creëren van complexe beeldhouwwerken, maakt acteur Jim Carrey tegenwoordig gigantische schilderijen vol statements waarvan de kleurenpracht je ogen epilepseren en is Sacha de Boer, ooit icoon van het Achtuurjournaal en al dan niet voormalig natte droom van minstens de helft van deze redactie, tegenwoordig een tamelijk gerespecteerde fotografe.
Iemand van wie het me in een positieve zin verrast dat hij schildert is Chuck D. Je kent ‘m – of wellicht niet – als een van de leden van hiphop-rocksensatie Prophets of Rage. Ken je je klassiekers, dan weet je natuurlijk dat Chuck daarvóór de stem van een generatie was met Public Enemy. Deze New Yorkse act knalde vanaf eind jaren ’80, begin jaren ’90 de eastcoast hiphop naar ongekende hoogte met tracks vol boosheid, onrecht en black power en geldt nog altijd als een van dé pioniers binnen genre. Je mag jezelf geen hiphopkenner noemen als je niet minstens drie albums van P.E. in je kast hebt staan – en ook nog eens ongebreideld de lange titels uit je hooft weet op te noemen.
Inmiddels heeft Chuck een respectabele leeftijd van 57 bereikt. Niet dat hij het rustig aan doet overigens. Als frontman van de voornoemde Prophets – met overige bandleden uit Rage Against The Machine en Cypress Hill – tourt hij lustig de wereld rond. Om de rustige uurtjes tijdens het toeren te vullen is Chuck aan het schilderen gegaan. Zoals het uitzicht uit zijn hotelkamer. Mensen bij het buffet. Een straatbeeld van een Europese stad. Losjes, maar met een oog voor detail en perspectief. De aquarelletjes die hij maakt tijdens de tour zijn klassiekers in de dop. Ze bevatten een sfeer die teruggrijpt naar schilders van rond eind negentiende eeuw.
En echt lang doet hij er niet eens over, zo vertelt hij op Twitter: anderhalf tot twee uur. Daarna trekt hij er een foto van om ze vervolgens online te delen met de rest van de wereld. “Mensen kunnen ze downloaden en er mee doen wat ze willen,” aldus de oude rebel.
Mooi? Wij denken van wel. Zo’n heuse Chuck D. willen we best aan onze redactionele muur hebben hangen.
Meer zien? Klik hier.
* * * English version * * *
There are many celebs who, besides from their main category of business, practise the art of making art itself. When Queen Beatrix was still queen, she practised the art of sculpturing complicated statues. Actor Jim Carey creates gigantic paintings containing lots of statements with epileptic coloring these days and Sacha de Boer, once the anchorwoman of the eight o’clock we news we all had a crush on, became a well respected photographer.
Somebody who surprises me with paintings in a positive way is Chuck D. You might know him – or not – as one of the members of hiphop-rock sensation Prophets of Rage. When you know your classics, then you’d know Chuck as the voice of a generation from Public Enemy. This New York act rocketed east coast hiphop to outer space at the end of the eighties, early nineties with tracks filled with juvenile anger, injustice and black power and still counts as one of the pioneers within the genre. You’re not allowed to call yourself a hiphop connoisseur if you haven’t got at least three P.E. albums in your collection – and can sum up the long titles by heart.
Nowadays Chuck reached the respected age of 57, but not that he has settled down. As front vocalist for Prophets of Rage – with members of Rage Against The Machine and Cypress Hill – Chuck tours around the world. In the quiet hours in between gigs, he paints. Like the view from his hotel room. People at the buffet. A street scenery from a European city. Loose, but with a keen eye for details and perspective.
The paintings he makes are classics to become. They’re holding an atmosphere that goes back to famous painters from the late nineteenth century. Not that it takes him long to make one. Just up to two hours, as he told on Twitter. Afterwards he takes a good picture of it and shares it online with the rest of the world. “People can download them and do whatever with them,” the old rebel said.
Nice? We think so. We definitely would hang one of his paintings on our editorial wall.