Had iemand je twintig jaar geleden verteld dat er een dag zou zijn waarop je vrijwel alles bedient met een telefoon die in je broekzak past, dan had je wellicht met grote ogen staan luisteren. Inmiddels zijn we al zover dat je vanaf je telefoon de status van je zelfreinigende kattenbak kunt bekijken, inclusief een duidelijke grafiek met daarop het poep- en plasgedrag van je kat.
We sluiten de gordijnen met onze smartphone, bedienen de thermostaat ermee en bepalen wat voor kleur onze lampen schijnen. Er zijn apps die inzicht geven in het gedrag van onze koelkasten, wasmachines, matrassen, onze voedingsinname, hoeveel water je hebt gedronken, een drone door de lucht sturen, hartslag monitoren, hersengolven lezen teneinde zen te worden – wat je uiteraard wel weer dient te checken op je mobiel – en die de bandenspanning van je mountainbike aflezen.
Dit en meer natuurlijk allemaal bovenop je gebruikelijke social media, navigatiesysteem, online games, WhatsApp en al die andere applicaties die je min of meer non-stop vastketenen aan het wereldwijde web en continu data – en dus ook jouw gegevens – heen en weer versturen. De duimspieren getraind, je netvlies verbassie-en-adriaand.
Ik zag een filmpje van Tele2 waarin een vlotte presentator de kijker meeneemt naar de wereld van handzaam bediengemak, met als strekking dat je maar beter voorbereid kunt zijn en een wreed dikke databundel moet nemen om gebruik te kunnen maken van een supersnel 4G netwerk.
Het is een filmpje dat op enthousiaste wijze een rits geweldige innovaties en toepassingen laat zien waarvan je niet wist dat ze bestonden. Al moet je toch ook hier en daar de conclusie trekken dat het af en toe behoorlijk is doorgeschoten en van het kaliber ‘leuk dat het kan, maar wat moet je er mee’ is.
We zeiden het al eerder: als je een app nodig hebt om te ontdekken hoe vol je drinkbeker nog is, dan moet je toch even bij jezelf nagaan of je nog wel helder bezig bent.