
Bron: Pexels.com
Wat hadden we er naar uitgekeken, de eerste wolf in Nederland. Het ging er niet om of hij zou komen, maar wanneer. En telkens weer berichten uit dat dekselse Duitsland, waar de ene roedel na de andere gesignaleerd werd.
En wij dan? Het zo’n beetje dichtstbevolkte en welvarendste land van de wereld wilde de wolf, hunkerde naar de wolf, had recht op de wolf!
De wolf was er vroeger ook, hij hoort in ons natuurlijk landschap.
En die natuur moet je zijn gang laten gaan, ruimte zat. Kijk maar naar de herten en de paarden in Oostvaardersplassen. Ook daar hadden we goed over nagedacht. De vuistdikke wolvenbeleidsnota was al door elke inspraakronde geweest, maar waar bleef die wolf?
Jawel hoor, eerst cruiste hij op zijn dooie akkertje een rondje door Groningen, moest daarna even wennen aan de snelweg, waar ie meteen werd platgereden, maar nu lijkt ie zijn stekje gevonden te hebben.
De wolf weet niet wat hij meemaakt. Weides vol Big Macs en alles gratis en voor niks. Dus snackt ie een hapje lever uit het ene schaap en de niertjes uit het andere. En wij fronsen de wenkbrauwen.
Dat was toch niet de bedoeling beste wolf, je zou je aanpassen aan onze geliberaliseerde en gefeminiseerde samenleving? De afspraak was dat je op termijn zelfs een vegan roofdier zou worden op een dieet van kool en knollen, net als wij.
De deskundigen verklaren dat je mensenschuw bent en dat wij vette, volgevreten obesi burgers niet in aanmerking komen voor een hapje. Maar 17 miljoen dierenvrienden die je een pootje willen laten geven, daar ben je zo aan gewend.
En wij kunnen net zo min hollen als een schaap.
Dus is het wachten op de eerste nordic walker die met afgebeten keel in de berm wordt gevonden en daarna mag roodkapje nooit meer alleen het bos in en roepen we de jager.