– Ed, Ed, waarom zeg je nou weer zoiets?
– Ja ‘t floepte eruit, ik weet het ook niet.
– Ed, nou ben je al, hóé lang bij mij in therapie?
– Drie jaar dokter.
– En we waren net zover dat we zulke puberale fantasietjes niet mee nodig hadden… toch?
– Ja dokter.
– Toegegeven: mooi meid, die Linda, zeker toen.
– Vindt u niet?
-Jawel, Iets meer volume in de heupen tegenwoordig. Maar daar gaat het nu niet om. Wat dacht je in die Eend? Ach, EénVandaag, ik lul maar weer eens wat?
– Ach.
– Nou ben je 68, Ed en dan moet je het nog steeds hebben van macho-verhaaltjes over een meisje van 19 dat nog bij haar ouders woonde. Ruim dertig jaar geleden, waar zit je verstand Ed? En dan ook nog met die kakstem, alsof je net op de sociëteit hebt zitten bieren. Raak je daar nou nooit van los?
– Ik heb het allemaal zo gemist dokter, ik moest meteen die Kamer in, en burgemeester worden, hotemetoot hier, voorzitter van dit-en-me-dat. Maar jong geweest, de beest uitgehangen, een hockeyteam uitgewoond, ho maar. En toen kwamen ze voor dit interview en ik was al zo’n tijd niet op tv geweest.
– En toen dacht jij?
– Ik geef ze gewoon wat juice, even een jeugdzonde opboeren.
– Gelogen.
– Ach ja liegen, wat is liegen.
– Liegen is iets vertellen wat niet waar is, Ed.
– Maar een keer samen eten is toch ook een relatie, dokter? En het klonk zo lekker in die auto, wind door m’n haar, vrij, on the road.
– Ed, we gaan in regressie, even helemaal terug naar af. Ik dacht dat we een heel eind waren, maar je loopt het zelf te verpesten. Ogen dicht, diep ademhalen. Nee, nu luisteren! Ed, vertel eens over de Ed van dertien, wat was dat voor jongen?
Ed en Linda
Het beste van Hoe Mannen Denken
Elke week in je mailbox!