Vrouwensport, helemaal goed. Gaan we voor zitten en juichen we graag voor. High five met Erica Terpstra, alles. Als het kon, deden we niets liever dan het hele weekend Nederlandse damessport supporten. Zoals laatst, toen Kiki Bertens met verve het tennistoernooi van Cincinnati op haar naam schreef. Marianne Vos die non-stop haar prijzenkast vol fietst. De oranje Leeuwinnen en de nationale hockeydames met hun respectievelijke successen op de groene mat. Handbal desnoods, helemaal prima.
Vrouwen in sport zijn te gek. Wat dat betreft is het jammer dat er nog steeds geen vrouwelijke coureur in de Formule 1 meerijdt. Desondanks zijn er ook sporten die we volstrekt niet kunnen aanzien. Ik zapte laatst – vraag me niet waar of waarom – over een cricketwedstrijd tussen twee vrouwenteams. Dat was geen pretje.
Cricket is een sport waar een fatsoenlijk mens werkelijk geen hol van snapt. Om even je geheugen op te frissen: bij cricket proberen mensen met een platte knuppel op een vreemde manier een harde bal te meppen. Meestal dragen ze daarbij een zondags tenue van witte broek en een gedateerde spencer. Vlak achter de knuppelaar staan op het gazon drie dunne paaltjes vlak naast elkaar, met een stukje hout er bovenop. Het ziet er nodeloos ingewikkeld uit en dat is het ook.
Het kan nóg erger. Met vrouwencricket, dus. Ik heb geprobeerd er even naar te kijken, maar het lukte me niet. Misschien was het gewoon een slechte wedstrijd en lag het daaraan. De combinatie van een volstrekt onbegrijpelijke sport en de stuntelige uitvoering van een flink aantal overfanatieke dames was echter funest.
Om bij te komen heb ik het oude, onderstaande filmpje van Jiskefet maar weer eens bekeken. Vanmiddag stemmen we weer af op de Formule 1. Toch jammer dat die gridgirls daar zijn geschrapt.