
Bron: Pixabay.com
– Meneer Pasquali, ik zal u precies vertellen hoe het gegaan is. Een half jaar geleden belt Markje.
– U bedoelt de heer Rutte?
– Ja die. Belt me tijdens een golf clinic in de Algarve. Ik zeg nog: ‘blijf even hangen want ik moet afslaan’. ‘Diederik’, zegt ie ‘wat zou je ervan vinden als ik die hele dividendbelasting eens de nek om zou draaien?’ Nou zit ik wel voor een paar pegels in Shell en Akzo en ik ken die jongens in de boardroom.
– Wisten die ervan?
– Mag ík mijn verhaal even putten, meneer? Fijn! Het was dus zijn idee dat de mannen dan met het hoofdkwartier van hun toko in Nederland zouden blijven. Ook met het oog op de Brexit, bla bla, snapt u?
– Eh…
– Dus ik zeg: ‘Markje, ik heb het al een tijdje niet echt nodig, maar als jij denkt dat het ook voor de makkers van Unilever een ‘go’ is dan ga je je gang maar’. En of ze dan nog aan hem zouden denken als hij de politiek zat is. U begrijpt: niks voor niks.
– Dat zorgt dus voor een hoop heibel in ons land.
– Maar waar hebben we het toch over? 2 miljard? Peanuts, de economie boomt, het geld klotst tegen de plinten.
– Precies, dus waarom dan zo’n cadeautje voor de aandeelhouders?
– Mag het eens ‘n keer? Weet u wel wat voor risico’s ik loop? Putopties, preferenties, volatiliteit, uitgestelde obligaties. Dag en nacht zijn die beurzen open. En het gaat steeds maar op en neer. Tureluurs word ik ervan. Als gewoon mens snapt u daar natuurlijk de ballen van, maar wij buffelen hard voor die paar rotcenten.
– Maar…
-Laat me uitpraten! En wat gebeurt er? Dan worden wij als kapitalist weggezet, terwijl we het fundament van het systeem zijn. Mag er dan eindelijk eens een premier voor ónze belangen opkomen?
– Met geld dat ook naar onderwijzers en verpleegsters…
– Daar word ik nou zó moe van. Die hadden dan maar een écht vak moeten kiezen. Het is nooit genoeg voor die mensen.
– Gelukkig komt er straks een debat.
– Ja, kan iedereen er zijn plasje over doen en daarna gaat het gewoon door. Maar ik zie al waar dit gesprek heengaat. Ik bel nu mijn chauffeur, we gaan bij Sergio een vorkje prikken. Ajuus!