
Bron: Pixabay
Hulpverlening wordt de laatste tijd flink gehinderd door toeschouwers.
Je ziet het steeds vaker in het nieuwsoverzicht verschijnen. Automobilisten maken foto’s van een ongeval, en letten daarbij niet op aansnellende ambulances en politiewagens. Sterker nog, de noodzaak om blauwe duimpjes te krijgen is klaarblijkelijk hoger dan de hulp aan de slachtoffers.
Toen ik op een zondagmiddag naar huis reed moest ik op een rotonde vol in de ankers.
Een vrouw met een hondje stond midden op de weg stil.
Op. Een. Rotonde.
In een reflex begon ik te toeteren. De vrouw draaide zich naar mij toe en wees richting het kanaal.
Daar zag ik rood-wit lint, en 4 politiewagens. Blijkbaar moest dat beeld voldoende zijn om haar bizarre standplaats te verantwoorden.
Ik draaide mijn raampje open en vertelde haar dat stil staan op een rotonde levensgevaarlijk is.
Ze wandelde naar mij toe en ze vertelde mij dat er iets vreselijks gebeurd was. Want er was lint gespannen, en duikers lagen in het kanaal.
“Rood-wit lint, in samenwerking met 4 politiewagens én duikers doet mij vermoeden dat je vooral afstand moet bewaren, mevrouw,” antwoordde ik, bits. “misschien kunt u op de stoep aan de overkant gaan staan kijken, dan weet u in ieder geval zeker dat een ambulancebroeder u straks niet van een voorruit moet gaan schrapen.”
Daar was mevrouw het niet mee eens.
En ze weigerde vervolgens van de rotonde te gaan. Want ik had een grote bek.
Achter mij ontstond inmiddels een file.
Toeterende automobilisten uitten hun frustratie. Maar ik kon geen kant op. Want mevrouw liet links en rechts van haar geen enkele ruimte om langs haar te laveren.
“Moet ik nu echt naar een agent toe om u van de rotonde te krijgen?” Vroeg ik verbaasd.
Blijkbaar, want mevrouw stond alweer met haar telefoon het lint, de politie en mijn nummerbord te filmen.
Mijn benen trilden van verbazing.
Ik liep naar het kanaal, een meter of 10 lager dan de rotonde. Ik moest onder het lint door kruipen. Ik voelde een combinatie van schaamte en woede. Want ik heb altijd geleerd dat je in een dergelijke situatie elke hulpverlening voorrang moet bieden, en ze vooral niet moet storen in hun werkzaamheden. Maar ik moest wel.
“Excuses meneer,” begon ik tegen een agent, “het spijt mij vreselijk dat ik u moet aanspreken, maar er staat een mevrouw met een hondje midden op de rotonde hier boven, en ze weigert er vanaf te gaan. Omdat ze wil zien waar u mee bezig bent. Zou u haar eventueel kunnen vertellen dat ze daar niet mag staan?”
De agent werd niet eens boos.
“Is het weer zo ver?” Was het enig wat hij zei.
Op hoge poten beende de agent richting de rotonde. Zo correct mogelijk sommeerde hij de dame in kwestie om op de tegenover liggende stoep te gaan staan. Wat ze deed, onder protest.
Ik maakte een hulpeloos gebaar naar de file achter mij.
Ik stapte in de auto en reed weg. Ik trilde. De vrouw zag ik hevig gebaren naar de agent, terwijl hij haar gegevens noteerde. Vermoedelijk ontvangt mevrouw een forse boete.
Ik hoop het van harte.
Uren later verscheen het trieste bericht op internet.
In het kanaal was een auto gevonden, met daarin het levenloze lichaam van een 18-jarige vrouw.
Dat ga je toch niet filmen?
Het is niet te filmen, nee…
Wat mij betreft had je haar gefilmd en op social media aan de schandpaal gehangen met als bijschrift “alles voor een blauwe duim”. Te triest voor woorden….