
Bron: Pixabay
“Ik voel zóveel woede in me,” huilt mijn zoon als hij in mijn armen kruipt.
“Ik zit vol met emoties en ze komen er niet uit, papa.”
Dikke tranen rollen over zijn rode wangen. De spanning van de afgelopen weken kan hij niet meer tegenhouden.
“Het is goed, lieverd,” troost ik hem.
“Je kan en mag gewoon jezelf zijn. De juffen zijn wel wat gewend.”
Sinds een aantal weken gaat Zoon weer naar school.
Speciaal onderwijs, omdat hij McDD heeft. Het is de derde school waar hij naartoe gaat. En da’s best een aantal, als je pas 9 jaar bent.
Voor de zomervakantie zat hij een half jaar thuis. Het ging niet meer op zijn oude school.
“Maar als ik daar mezelf durf te zijn, dan moet ik wéér weg.” Zoon laat een waterval aan zilte tranen los. “En ze zijn daar zo lief, papa. Ik wil niet weg. Niet weer.”
Ik snap hem helemaal.
Elke keer als hij zich veilig genoeg voelt wordt hij weggestuurd. De oncontroleerbare woede in hem keert zich telkens tegen hem.
“Maar je nieuwe klasgenootjes zijn toch ook al eens boos geweest?” vraag ik. “Zij mogen toch ook blijven?”
“Dat klopt. Maar zij zijn een stuk jonger. Zij kennen de scheldwoorden niet die ik ken. En als ik die jonge kinderen mijn scheldwoorden leer, dan vindt niemand mij aardig meer.”
Ook dat snap ik.
Zoon zit in groep 3-4. Deels vanwege plaatsgebrek, deels vanwege zijn vermoedelijke sociaal-emotionele achterstand. Hij is de oudste in de klas en hij voelt verantwoordelijkheid. Ik snap zijn tweestrijd maar ik kan hem niet duidelijk maken dat zijn nieuwe school en zijn nieuwe juffen gespecialiseerd zijn in kinderen met een rugzakje.
“Op de zorgbegeleiding kan je je woede toch ook uiten zonder weg te moeten? En hier toch ook?” Probeer ik.
“Ja, maar dat zijn geen scholen papa. En op judo ging het ook al kut.”
Zoon ziet alleen zijn woede.
En hij is bang voor de gevolgen van zijn uitspattingen.
Hij is even vergeten dat hij buiten zijn woede om ook een heel gewoon ventje is. Met alle liefde, alle vrolijkheid en alle warmte die iemand in zich kan hebben. Hij is zoveel meer dan alleen maar een boos kereltje. Zijn handleiding is alleen in een onbegrijpelijke taal geschreven. En een flink stuk dikker dan een standaard handleiding.
Binnenkort kan hij zichzelf niet meer tegenhouden.
Dan uit hij zijn woede. Op school. En daarna zal hij doodsbang zijn voor de gevolgen ervan.
Tot hij ervaart dat hij gewoon mag blijven. Dat iedereen hem nog steeds lief vindt. En dat men het zelfs begrijpt. Omdat alle kinderen in zijn klas een rugzakje om hebben. En elkaar juist daarom in hun waarde laten.
Tot die tijd blijven wij hem met alle liefde troosten.
Lees hier andere blogs over McDD.