
Bron: Pixabay
Ik word niet begrepen.
Door mensen die mij niet kennen. Zoals laatst een dame in een winkel. Ze begreep mij niet.
Op een spaarzame vrije dag gingen mijn vrouw en ik op zoek naar een krabpaal. Voor de kat. In zo’n winkel waar ze van alles verkopen. De Huppeldepup Bazaar. Zoiets.
Mijn vrouw ging direct alle schappen af, op zoek naar zo’n paal. Met haar rode leren jasje.
Ik pakte de middelste rij. Zo had ik zicht op alle schappen links en rechts van mij, en hoefde ik alleen maar rechtdoor te lopen. Ik moest alleen maar de gangen in kijken, en te stoppen bij de afdeling dierentroep. Efficiënt, dat ben ik.
Uiteindelijk zag ik hondenbrokken liggen. De krabpaal kon niet anders dan in die gang liggen.
Achter mij liep een dame met zwart haar en een rood jasje. Mijn vrouw, vermoedde ik.
Ik wees naar de brokjes en riep: “Voer.”
Omdat ik geen reactie kreeg draaide ik mij om. En ik herhaalde het woord “Voer” nog maar eens. Mijn vinger wees nog immer naar de brokken.
Een mij totaal onbekende dame keek mij warrig aan.
Ze zette haar meest sympathieke glimlach op en ze antwoordde mij met de legendarische woorden: “Ja. Dat klopt. Dat is voer. Heel goed. Maar dat is voor hondjes. Niet opeten hoor.”
Ze sprak met een stem alsof ze een kind aansprak. En daarna rende ze zo snel mogelijk een gang in.
Ik bleef verbouwereerd achter.
Ze had mij niet begrepen.

Bron: Pixabay
Niet veel later kwam mijn vrouw de gang in.
Ik vertelde haar het voorval. Ze moest hinniken.
Daarna ging ze krabpalen vergelijken. Ik wandelde naar de kookspullen. Het boeit mij namelijk niets hoe zo’n paal eruit ziet.
Ik zag een plastic ei dat je in het water kan leggen, samen met je te koken eitjes. Dat ding vertelt aan de hand van kleur wanneer de eitjes zacht of hard gekookt zijn. En het ding was goedkoop. “Hoezee“, is wat ik dacht.
Ik liet het mijn vrouw zien, begeleid met de volzin: “Ei.”
“Ja, heel goed. Een ei. Maar niet meer zomaar weglopen hoor. Ik moet je kunnen zien. Dat weet je.” Sprak ze me toe.
“Ei,” zei ik nog maar eens.
Een vrouw met zwart haar en een rood jasje liep ons snel voorbij.
Ze gaf mijn vrouw een begripvol knikje.
Alsof ze het begrepen had.