Als er één snack is, die nooit uitgevonden had mogen worden, dan is het wel de gehaktstaaf, ook wel “pikanto” genoemd. De gehaktstaaf staat nog lager op de gastronomische ladder dan de frikandel, die ondanks zijn dubieuze samenstelling, toch volksvoedsel nummer één geworden is. De gehaktstaaf komt met een vreselijke, ongeschreven wet, waar die van Murphy bij verbleekt. Wat is het geval? De gehaktstaaf werkt altijd tegen de consument die hem tot zich neemt.
Tankstations. Ons land zit er vol mee en als rasechte kilometervreter ken ik ze bijna allemaal. Toiletbezoek, een veel te dure koffie en een snelle hap zijn redenen om de uitrit naar deze oases van klantenbedotterij te nemen. Weer eens laat onderweg, de regen plenzend op de voorruit, de maaltijd overgeslagen, is de aantrekkingskracht van de verlichte logo’s van brandstofleveranciers niet te weerstaan. Vooraf bedenk je dat je iets gaat eten en vooral dat het geen gehaktstaaf zal zijn. Een kipkorn, lekker taai, met mayo. Of dat bamiblok met chilisaus, uit de knijpfles. Het pakt echter negen van de tien keer anders uit.
De nachtstaaf – de ergste gehaktstaaf
Laten we beginnen bij de meest deplorabele versie. De nachtstaaf. Deze woont in het 24 uurs tankstation en ligt als enige snack nog achter één van de raampjes van de automatiek. De keuken is dicht, de rolluiken zijn naar beneden. Deze snack is de raamprostituee die niemand wil, in een rosse buurt waar alle andere gordijnen al dicht zijn. Voor de vorm vraag je aan de nachtbediende of er aangegeven kan worden wanneer de snacks gefrituurd zijn. “Geen idee, ze lagen er al toen ik gisterenavond de dienst overnam”, luidt vaak het antwoord. Gulzig vreet de automaat je muntstuk van twee euro op. Een seconde later heb je het kartonnen bakje met servetje in handen. De aanblik: vet en vocht zijn naar de bodem van de vleesboom gezakt. Een plasje geel vet rondom de basis doen uitdroging vermoeden. De staaf laat zich met een scheurend geluid verwijderen van de kartonnen bodem en laat een hechtende vleeslaag achter, ooit de krokante korst. Een kadaver met doorligplekken. De mayonaise gaat ervoor zorgen dat de smaak gecamoufleerd wordt. De eerste hap is thuiskomen: vleespap op lichaamstemperatuur. Dan de drempel. Dooreten of weggooien. “Zonde van die twee euro”. We eten door. Naspoelen met Cola en dan op hoop van zegen weer in de auto, om snel naar huis te rijden, of om van tankstation naar tankstation te kruipen met maag- en dramklachten. Russiche Roullette.
De avondstaaf – de imago shreddende gehaktstaaf
Het is iets na vijven en je hebt al naar huis geappt dat je het avondeten niet gaat redden. “Ik bewaar wel eten voor je, dan kun je dat in de magnetron doen straks”, staat er lief. Maar je hebt NU honger. Weer dat tankstation, ditmaal bomvol klanten, die allemaal staan te eten en te drinken. Het is dringen voor de automatiek. Dat er niemand voor de gehaktstaven staat, is niet gek, maar wel je enige kans om snel een snack te pakken. Met de rug tegen de frisdrankenkoeling gedrukt sta je even later besmuikt te kluiven aan de warme hap. Door de drukte zijn de plastic vorkjes niet aangevuld, dat betekent uit het vuistje eten. De mooie dame die binnenkomt merk je meteen op en ze komt nog jouw kant op ook. IJdel als je bent, probeer je indruk te maken. Tevergeefs. Je bent een man die tegen de 50 loopt en overduidelijk niets om zijn lichaam geeft, anders stond je niet met een gehaktstaaf in je vuist, met een gletsjer van mayonaise die top down naar beneden zakt. Imago: kapot. “Mag ik er even bij?”, vraagt de dame, omdat ze een Smoothie met anti-oxydanten wil pakken. Je doet een stap opzij en ziet nog net dat mevrouw parmantige wuifgebaartjes voor haar neus maakt. Want jouw staaf stinkt namelijk als een bunzing. Had ik al gezegd dat je imago stuk is? De rit naar huis is doorspekt met schuldgevoel. Je bent gastronomisch vreemd gegaan en niet zo’n beetje ook.
De middagstaaf – de Ali Chemicalie gehaktstaaf
Het immer slechte plan. De gehaktstaaf als lunch, net voordat je bij de klant naar binnen moet. Moe van alle drukte neem je een vette, zoute oppepper. Voor de verandering knal je er curry overheen en moet de warme, door de korst bij elkaar gehouden brij als een raket naar binnen. Niet kauwen, gewoon slikken. Naspoelen met Red Bull, want je wilt er monter bij zitten. Onderweg merk je de gevolgen van het niet kauwen en de haastig naar binnen geslurpte energiedrank. Het chemische proces dat zich voltrekt in de ingewanden is van een orde van grootte waar een beetje dictatuur de plannen van zou willen inzien. Op locatie bij de klant gaat het mis. Een hele kleine vergaderruimte is de plek van gesprek. De deur gaat dicht voor de privacy. Het gesprek vlot niet, want er zit je iets gruwelijk in de weg. Gas. Onder of boven? Boven. Getraind in het onhoorbaar laten vliegen van deze gassen, zet je een geluidloze boer in. Opluchting wordt al snel gevolgd door schaamte. De geur van Red Bull en de specerijen van de gehaktstaaf vullen de ruimte en je gesprekspartners gaan even een raampje opendoen. De sfeer is nu echt kapot. Dat is tevens het moment waarop je de curryvlek op je blouse ontdekt.
De gehaktstaaf brengt onheil. Gek genoeg is het een echte mannensnack. Geen zinnig denkende vrouw zal een dergelijk product toevertrouwen aan haar spijsvertering. De gehaktstaaf, wij mannen worden er naartoe getrokken als een mot naar de vlam. Er komt een dag dat hij verboden wordt.