
Bron: Pixabay
Een jonge dame reed met haar mobiel in haar hand op de fiets.
Ze keek niet op of om. Het beeldscherm leek een magische aantrekkingskracht op de aandachtsspanne van de dame te hebben.
Ik keek naar haar, terwijl ik in de auto zat.
Stapvoets moest ik rijden, want er waren wegwerkzaamheden.
Ook op het fietspad, waar de dame reed.
Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe het meisje haar fiets niet recht hield. Omdat ze naar haar mobiel staarde.
Terwijl ik stapvoets naast haar reed, zag ik dat voor haar een wegwerker liep.
“Oh grutjes,” dacht ik, “ik voorzie een niet te vermijden ongelukkig samenzijn van deze twee individuen.”
Wat te doen?
Moest ik mijn auto aan de kant zetten?
Nee, dat zou de verkeersveiligheid niet ten goede komen. De automobilist achter mij zou zich een hoedje schrikken. Wat ik je brom.
Zou ik mijn raampje open draaien, en haar waarschuwen met mijn bronstige stem?
Nee, ook dat leek mij niet gepast. Een veertiger die een dame van hooguit 18 toeschreeuwt vermoedt een dubbelzinnige gedachtegang mijnerzijds.
En daar heb ik een broertje dood aan.
“Ik weet het! Ik gebruik de toeter!” bedacht ik mij, en ik vond het direct een puik plan.
Het meisje zou opkijken van haar mobiel. Ze zou de aankomende wegwerker opmerken en weldra haar stuur vastpakken om er een stevige ruk aan te geven.
Wát een vindingrijkheid viel mij ten deel!
TOET! Deed mijn Kleine Rode Monster. Heel hard.
Schrik! Deed het jong ding.
Vlieg! Deed haar mobiel.
Pardoes de lucht in.
Het meisje probeerde uit alle macht haar telefoontje uit de lucht te pakken, maar ze vergat de wet der zwaartekracht.
Zowel de mobiel als het meisje belandden op het rode asfalt.
Auw! Deed het meisje.
Krak! Deed het beeldscherm.
“Kekt toch Godverdomme uit waor dagge fietst, stomme kut,” scandeerde de wegwerker.
Thuis at ik Risotto en vertelde ik mijn vrouw mijn avontuur.
Ze prees mij om mijn vooruitziende blik en mijn stevig ingrijpen. Ik had erger voorkomen.
Die avond mocht ik een toetje.
Is ‘bronstig’ wel het woord dat je zocht in deze context? :’D