
Bron: Pexels
Ik zie een vroegoude jongen op tv, aan de tafel van Pauw. Pientere kraaloogjes achter een intellectuele bril. Ze kijken verveeld. Even daarvoor heeft hij voor de zoveelste keer vandaag zijn ingestudeerde soundbites ten beste gegeven. Keurige zinnen, daar niet van, ontwapenende glimlach.
‘Het land beter maken, niet afrekenen op leeftijd, maar op daden. Zin in, unaniem gekozen.’
Zouteloze gemeenplaatsen die zijn entree in de landelijke politiek omlijsten. Er zit nog geen barstje in, geen schrammetje levenservaring, geen woord eigenheid. Een gezicht dat je vergeet zodra het gepasseerd is.
Maar nu is Jimmy Nelson aan het woord, een man die het wonder van die betere wereld zocht, volgde en fotografeerde. Bijna uitgestorven volkeren in alle uithoeken van de aarde. Hij vond de mooiste mensen ter wereld in Namibië, Mongolië, op de Noordpool. Schitterende beelden die je doen afvragen wat nu eigenlijk beschaving is. Wat menselijkheid is, wat een samenleving is.
En meneer, 31 jaar, de fractievoorzitter van een partij met verlopen kroonjuwelen, kijkt alsof hij nodig weg moet, plassen of naar het volgende mediamoment waar hij zijn nietszeggendheid gaat etaleren. De bevlogenheid van de kunstenaar ketst op hem af, de inspiratie die er af spat, ontgaat hem volledig. Hij kijkt nog net niet op zijn horloge.
Een nieuwe ster aan het Haagse firmament. Diepgang van een filterzakje, nu al gepokt en gemazeld in het politieke spel. Straks hoor je hem met een tenenkrommende vanzelfsprekendheid oreren over ‘De mensen in het land’.
Ontluisterend.