De weg maakt een bocht het parkbos in. We lopen met de kudde mee. Het pad komt uit op een open plek. Voor ons ligt het Stadion An der Alten Försterei, omsingeld door duizenden voetbalsupporters. Allemaal Duitsers. We zijn de enige outsiders. Vanmiddag speelt FC Union Berlin. We willen graag een wedstrijd zien op zondag en dit is de enige club in de buurt die vandaag speelt.
Ik ben geen voetbalfanaat. Maar ik houd wél van een goede pot voetbal. Vooral wanneer ik het gras kan ruiken en misschien een biertje kan drinken. En dat kan bij Union, in Berlijn. Het stadion heeft praktisch geen zitplaatsen. Er kunnen 22.000 man in. Hutje mutje staan we naast elkaar. De match is uitverkocht.
Tussen de lucht van vette worst en de bierscheten van supporters door, ruik ik het natte, vers gemaaide gras. Het elftal van de tegenpartij wordt voorgesteld. Na elke naam scanderen 20.000 kelen iets wat ons in de oren klinkt als “Hund!“ Ik vraag het een Duitser naast me. Lachend vertelt hij me dat iedereen “Na Und?” schreeuwt. Oftewel “Nou en?”
De kwaliteit van het voetbal is niet best. De eerste helft weet FC Union druk te zetten, maar kansen worden niet verzilverd. Hoe slechter er wordt gespeeld, des te luider de supporters zingen. Geen anti-liederen; het uitvak wordt genegeerd, hoe moeilijk dat ook is met een trommelaar die aan een ritmestoornis lijdt.

Foto: Freek de Man
Union Berlin komt op achterstand, maar uitgerekend de keeper scoort in de allerlaatste minuut de gelijkmaker, met een kopbal. De 1-1 wordt gevierd als een overwinning. Ineens lijkt iedereen een sjaal te hebben. Het clublied klinkt uit meer dan twintigduizend kelen. Oorverdovend, aanstekelijk en alles verzwelgend.
Zó wil ik graag voetbal kijken, ook al is het spelniveau niet hoog. Dit is geen FC Barcelona met een spelersbank die gelijkstaat aan de staatsschuld van Griekenland. Dit is geen hoogstaand voetbal waarbij je een commentator nodig hebt. Maar dit is wel voetbal waarvan je kunt houden. Een club gedragen door supporters. Niet in het bezit van aandeelhouders voor wie spelers enkel getallen zijn op een Excel-sheet. De hoeveelheid geld die er omgaat in voetbal transfers is vandaag de dag astronomisch hoog.
Ik kijk nooit televisie om een glimp op te vangen van Neymar of Ronaldo. Maar misschien zie je me wel, wanneer er weer eens een seizoenskaart over is voor Willem II, zingend in het vak achter het doel, hopende dat het deze week eindelijk eens meezit. Want karakter, dat kun je niet kopen zoals een nieuwe spits. Karakter brengt de supporters naar de club, elke week. Grashard.