Als je je kleren uittrekt (dus ook je onderbroek of zwembroek) op een plek waar niet van gemeentewege een officieel bord is geplaatst waarop staat dat het mag, neem je een risico. Dat heb ik geweten!
Hoe druk de politie het ook schijnt te hebben, het korps ter plaatse wist een motoragent op pad te sturen om poolshoogte te nemen op de potentiële plaats delict. Die plaats was een idyllisch plekje aan een riviertje. Daar zat ik te picknicken, in mijn eentje. The best things in life are free!
Er was thee, er waren boterhammen (met kaas en jam), er was een e-reader. En het was warm en zonnig, al was het oktober. Maar niet iedereen zag het van de zonnige kant. Iemand die het tafereel had waargenomen (met name het ontbreken van kleding), had zijn beklag gedaan bij het bevoegd gezag.
De melding moet binnengekomen zijn tussen al die andere. Over ingrijpende dingen waar je je ogen niet voor kan sluiten: moord, geweld, inbraken, brand, burenruzie, straatroof, verkeersongelukken, bedreigingen, met luchtbuksen op katten schieten, stalking, pesten, verkrachting.
Wat niet iedereen schijnt te weten, is dat het in principe niet verboden is! Je kleren uittrekken, ook op een plek waar niet zo’n bord staat! Als die plek er maar geschikt voor is, precies zo staat het in de wet. Of dat het geval is, moet je dan maar zelf bepalen.
Toen de politieman op zijn zware BMW-politiemotor me via het smalle voetpad langs het water naderde, had ik mijn zwembroek al weer aan. Kwestie van risicomanagement.
Ik hoorde de motorfiets achter mijn rug halt houden en even later verstomde het karakteristieke geluid van de politie-BMW. Kennelijk voldeed ik in voldoende mate aan het signalement. Iemand die zit te picknicken zonder kleren aan. Maar dan met kleren aan.
De agent wond er geen doekjes om. Of ik er naakt had gezeten, vroeg hij. Ik antwoordde dat de genoemde omstandigheid zich inderdaad ‘even’ had voorgedaan.
De agent zei dat het ‘schennis’ was. Omdat ik me niet op een officieel naaktrecreatieterrein had bevonden. En dat hij proces-verbaal zou hebben opgemaakt als hij me op heterdaad had betrapt. Ik ontsnapte dus ternauwernood aan een strafblad.
De melding was niet afkomstig van een passerende wandelaar, maar van de voetbalvereniging, vertelde hij desgevraagd. Aan de overkant van het riviertje bevonden zich voetbalvelden, dat was me niet ontgaan. Door dicht struikgewas afgeschermd van het riviertje. Op een kleine opening na.
Door die kleine opening was te zien dat er gevoetbald werd. Niet op het dichtstbijzijnde veld maar verderop. Kennelijk liep daar iemand rond met minder interesse in het spelletje dan in bijzaken. En met scherpe ogen.
Je kan er dus niet op rekenen dat de politie de wet kent. Met name wat er in de artikelen 430A (naaktrecreatie) en 239 (schennis) van het WvS staat en de jurisprudentie daarover. Daarover wilde de agent zich ook niet door mij laten voorlichten.
Als hij me beboet had, staat de weg naar de rechter open. De jurisprudentie leert dat rechters minder moeilijk over geschikt voor naakt doen dan de politie.
Maar ondertussen ben je dus vogelvrij als je je kleren uittrekt op een plaats waarvan de geschiktheid een kwestie van persoonlijke smaak is. Één persoon die het niet bevalt is genoeg om de politie te laten uitrukken. Kom daar eens om als je fiets gestolen is!
Alleen op die handvol plaatsen waar zo’n bord staat dat het mag, ben je niet vogelvrij. Moet je wel genoegen nemen met een plek tussen massa’s andere bloteriken. Ik zit liever in mijn eentje op de oever van een mooi riviertje. Dat noem ik een geschikte plek!