Met zijn zessen stonden ze in een kringetje voor de muntenautomaat in een gang van de concertzaal. Zes vrouwen van rond de zestig, van het type ‘vlotte tut-hola’s’. Ik zou er zo een aantal van mijn tantes in herkennen, ware het niet dat dit voor mij volkomen onbekende vrouwen waren. Achter hen stond een geduldige rij van mensen die allemaal dorst hadden. Zoals ik. Eerst drankmunten halen, dan een halve liter bier de man halen en laat daarna de band maar beginnen. Maar eerst waren deze dames aan de beurt.
Ze zagen er niet uit alsof ze nog vaak in zalen uit het clubcircuit kwamen. Wellicht was dat in hun jongere jaren anders geweest. Vanavond kwamen zij dan ook voor oude glorie, om een glimp te ervaren van de dagen van weleer, toen ze nog jong en onbezonnen waren. Het optreden die avond was tenslotte van Doe Maar: een band wiens hoogtepunt een jaar of vijfendertig geleden tot epische proporties was gestegen en destijds zalen vol ‘HENNY!!!’ schreeuwende bakvissen wist te mobiliseren. De bakvissen van toen stonden momenteel druk in overleg voor de muntenautomaat.
“Hoeveel heb jij nu gegeven, Wil?” vroeg de vrouw die vooraan stond. In haar knuist klemde ze stevig een biljet van tien en een van twintig euro.
“Wat kost het eigenlijk?” vroeg een van haar vriendinnen. Ze droeg een gebloemde shawl.
“Je krijgt zes munten voor twintig euro”, antwoordde de voorste vrouw. “Maar volgens mij krijg je dan nog wel geld terug…ja, kijk maar, hier staat het.”
“Zes munten en vier euro. Oké, maar ik hoef eerst maar voor een tientje. Wat kost dat?”
“Ans, hoeveel munten wil jij?” vroeg een van de andere dames van achter. Ans wierp nog eens een blik in haar portemonnee en vroeg, “Kan je hier ook pinnen?”
Verderop in de rij keken mensen met gefronste blik naar het zestal dames vooraan. ‘Schiet eens op’ zeiden hun voorhoofden.
“Ik heb al een tientje aan Annette gegeven, dus die haalt al voor mij!” zei weer een ander. Een koddig armpje stak terstond omhoog uit het groep, twee tientjes ferm in de knuist geklemd.
“Hier, pak maar!” riep de vrouw, die dus Annette heette.
De vrouw vooraan schoof onhandig een tientje in het apparaat dat vervolgens enkele muntjes plus het wisselgeld in het bakje spuwde.
“Voor wie zijn deze – voor jou, denk ik, Els?”
En zo ging het nog een minuut of wat door. Tientjes werden doorgegeven en een voor een in het apparaat gestopt. Tegen de tijd dat de band op punt van beginnen stond was de rij dubbel zo lang en waren de dames klaar.
“Zo, nu lust ik wel een drankje. Els, wat wil jij?”