Laatst bij Lidl. Sta ik weer eens in de verkeerde rij voor de kassa. Achter zo’n mevrouw die veel tijd investeert in het optimaal in haar tas rangschikken van de door de caissière aangeslagen boodschappen. Is op zich het probleem niet. Als het alleen haar tijd was.
Zeggen ze wat over moslims, zal het behoofddoekte kassameisje misschien wel gedacht hebben, lijdzaam afwachtend tot alle boodschappen een positie in de tas van de mevrouw hadden gevonden die helemaal naar haar wens was en er eindelijk afgerekend kon worden. Ik wachtte ook lijdzaam af, net als de klanten na mij.
Na de betaling dacht ik even dat het leed geleden was. Er leek beweging in de mevrouw te komen. Zou ze de plek aan de kassa waar ze kennelijk zo verknocht aan was, eindelijk afstaan? Het kassameisje begon mijn boodschappen alvast over de scanner te halen. Valse hoop. De mevrouw kon het niet over haar hart krijgen afscheid te nemen van de hoofdrol in haar eigen klucht.
Ze bleef gewoon staan. Op de plek die ik nodig had om mijn boodschappen in mijn tas te kunnen laden. Misschien waren haar nog een paar dingen te binnen geschoten die absoluut afgehandeld moesten zijn voor de plaats delict vrijgegeven kon worden.
Portemonnee netjes op zijn vaste plek opbergen, de boodschappen in haar tas nog wat efficiënter herschikken, het boodschappenbriefje een laatste keer nakijken of ze niets vergeten was. Dat soort dingen. Denk ik. Ik wilde het niet eens weten.
Opeens was ik het zat! Ondanks frisse tegenzin schoof ik op tot ik bijna tegen de forse derrière van mevrouw aan stond. Zo kon ik, als ik me in alle bochten wrong, bij mijn inmiddels gescande boodschappen. En toen manoeuvreerde mevrouw weer wat achteruit en ze raakte me. Met die kont.
Of ik niet even kon wachten tot ze klaar was, vroeg ze. Dat het allemaal een beetje lang duurde, antwoordde ik zo vriendelijk als ik kon opbrengen, met een oneindig gevoel voor understatement. Dat vond ze onbeschoft. En ik vond haar weer onbeschoft. Meer woorden wilde ik er niet aan vuil maken. Ook bang dat het dan misschien lelijke woorden zouden worden.
Later had ik spijt. Dat ik haar niet het lesje had gegeven waarvan zij waarschijnlijk vond dat ik het nodig had. Ik had haar kunnen uitleggen hoe ik het inpakvraagstuk aanpak. Dat ze dan even goed met een netjes ingepakte tas op huis aan had gekund, maar dan zonder iedereen op haar te laten wachten.
Het is zo simpel. Je boodschappen na het scannen terug in je winkelwagen (of in een ruime tas) pleuren, afrekenen en wegwezen. En daarna op een plek waar je niemand in de weg staat, je tas efficiënt inruimen.
En als het per se op haar manier moet, had ik haar kunnen voorstellen om in plaats van Lidl naar de dorpssuper te gaan. Daar heeft de eigenaar, die natuurlijk zelf aan de kassa zit, vast ook alle tijd voor een praatje. Over hoe gehaast iedereen tegenwoordig is. Er is toch geen andere klant in de winkel. Iedereen gaat naar Lidl. Daar is het goedkoop, omdat het er efficiënt aan toe gaat. Zolang iedereen een beetje meewerkt.
Achteraf denk ik dat de mevrouw gebruik maakte van haar enige kans op aandacht. Door hem af te dwingen: zorgen dat ze niet om je heen kunnen! Haar omvang had ze alvast mee. Daar moet ze behoorlijk in geïnvesteerd hebben. Je moet wat over hebben voor je fifteen minutes of fame.