Een week of wat geleden stuitte ik op een ‘viral’ gaande posting waarin een man (met de veelzeggende naam SavageHenry, oftewel Henry de Barbaar) het ‘perfecte advies’ geeft aan vrouwen, die niet zo gewéldig mooi zijn en zich daarom onzeker voelen over hun uiterlijk. Die vrouwen vragen zich namelijk steeds weer af of er ooit een man voor hen zal vallen, want ze zien er nu eenmaal niet uit als een Cosmopolitan-model. Hoe zorgen zij dan dat een man tóch verliefd op hen wordt?
Henry “de vrouwenfluisteraar” Barbaar schreef als antwoord een heel epistel over hóé mannen verliefd worden.
Zijn advies (dat eigenlijk helemaal geen advies is, maar meer een beschrijving) in ‘t kort:
De manier waarop mannen verliefd worden, is een ‘vreemd’ proces. Soms ontmoet een man een nieuwe vrouw (collega/vriendin of vrouw van een vriend, studiegenote, etc.) die voor hem in eerste instantie – onder meer vanwege haar niet bepaald ravissante uiterlijk – in de categorie “vrouwelijk, vertrouwd, niet begerenswaardig en vooral héél neutraal” valt. Hij denkt er verder niet over na. [Hier geloof ik dus al geen zak van: vrouw is vrouw. Nooit neutraal gebied voor een heteroman.]
Na verloop van tijd en enige interactie wordt ze toch een soort van persoonlijkheid [wow] en vallen hem ineens de wat aangenamere dingen aan haar uiterlijk op, “zoals de ronding van haar neusbrug of de aanhechting van haar oorlelletje” [hier moest ik toch echt lachen. Waar sommige mannen al niet op – schijnen te – letten. Ik ben duidelijk meer van het kont-borsten-ogen-soort].
Navenant wordt de vrouw in kwestie steeds interessanter en denkt de man ook meer/vaker aan haar [maar dat proces kan járen duren, neem ‘t maar van mij aan] en dagdroomt hij soms van haar [dat heb ik nu nóóit bij vrouwen]. De man merkt dat hij zich goed voelt als hij naar de vrouw kijkt [dat heb ik nu áltijd bij vrouwen], en probeert vaker bij haar in de buurt te zijn [nou fijn, als het de vrouw van je beste vriend is].
En dan… is ie verliefd. Boem. Het is gebeurd.
De bottom line, volgens Wilde Henry: op het moment dat een man verliefd wordt op een vrouw, ziet hij haar niet meer objectief. Hij ziet de vrouw die hij wil en maakt haar in zijn hoofd “perfect en subliem”. Hij ziet die onderkin niet meer (want zij draagt steeds vaker sjaaltjes en colletjes). Hij voelt de zwembandjes niet (omdat ze zich in bed precies zó neervlijt, dat alles mooie, welvende rondingen heeft, de blubberbuik bedekkend en liefkozende handen in probleemzones gewiekst afwerend en geleidend). Hij vindt haar schelle stem ineens zoetgevooisd (want mannen kunnen vrouwenstemmen in hun hoofd blocken en vervormen, wist je dat? Zolang de borsten maar goed zijn, kan alles).
Wat onze Henry er gemakshalve níét bij vermeldt: net als bij iedere mens vallen ook bij mannen de oogkleppen en oordoppen der verliefdheid ooit weer af. Maar dat maakt dan niet meer uit. Want dan zit hij er al aan vastgeketend. Dan ziet hij helemaal niks meer, behalve de bank, de tv en met een beetje mazzel zijn collega’s op het werk.
Henry de Positieveling noemt de verliefdheid “een van de krachtigste dingen in ‘s mans leven”. Klopt. Het duurt alleen zo kort…
Volgens Henry kan het echter ook een leven lang duren: “Kijk eens naar een gelukkig oud echtpaar dat al tientallen jaren getrouwd is. Kijk naar de ogen van de man. Tuurlijk, hij kan de kont van een jonge vrouw in een yogabroek (of in wat dan ook) waarderen… maar let eens op de blik in zijn ogen als hij naar zijn eega kijkt. Als je goed oplet, kun je bijna zien dat het beeld op zijn netvlies achter een filter verdwijnt zo gauw hij haar blik opvangt. Op dat moment ziet hij niet dezelfde sjagrijnige ouwe taart met empty-nest-syndroom die wij allemaal natuurlijk wel zien; nee, hij ziet iets prachtigs.”
Let daarbij echter op het woord in de eerste zin: “gelukkig”. Essentieel voor zo’n situatie. Want zodra de man al tientallen jaren ONgelukkig getrouwd is, zie je dat namelijk óók meteen.
Niks filter. En yoga-konten overal.